In deze reeks vertellen verpleegkundigen die buiten de ziekenhuismuren werken over hun job. Lotte (26) is verpleegkundige in het opvangcentrum voor asielzoekers in Gent.
‘Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar andere culturen. Vraag me niet waarom, ik kan het niet goed verklaren. Al van jongs af aan droomde ik ervan de wereld te zien. Toen ik verpleegkunde studeerde, deed elke zomervakantie vrijwilligerswerk in het buitenland. Zo werkte ik in Peru in een wijkgezondheidscentrum in de sloppenwijken. Na mijn studies trok ik maandenlang met de rugzak door Azië en Zuid-Amerika. Toen ik terugkwam en op zoek ging naar werk, zag ik toevallig de vacature voor verpleegkundige in het nieuwe opvangcentrum voor asielzoekers in Gent. Ik heb geen seconde getwijfeld om te solliciteren: die job leek me op het lijf geschreven.’
Mijn droomjob
‘Ik werk hier nu bijna drie jaar, en zou nergens anders willen werken. Voor mij is dit mijn droomjob. Een opvangcentrum voor asielzoekers is een uitdagende omgeving. Geen enkele dag is hetzelfde, en door de drukte kan het – zoals overal in de zorgsector – wel eens chaotisch zijn, maar daar kan ik goed mee om. Momenteel verblijven hier iets meer dan tweehonderd mensen van verschillende leeftijden en nationaliteiten. We hebben zowel gezinnen met kinderen als alleenstaande mannen en vrouwen, en een grote groep niet-begeleide minderjarigen. We zitten voortdurend vol. Als iemand vertrekt, is die plaats dezelfde dag nog ingevuld door een nieuwe bewoner. We vervelen ons hier niet.’ (lacht)
Kogels en scherven
‘We zijn een open opvangcentrum waar asielzoekers in afwachting van een uitspraak over hun aanvraag mogen wonen.Net zoals wij naar de huisarts gaan, kunnen bewoners bij ons op consultatie komen. We zorgen ook voor een korte medische screening van iedereen die hier toekomt. We kijken of ze de nodige vaccins hebben gehad en welke medische problemen ze eventueel hebben. De belangrijkste vraag die we hen stellen, is: hoe kunnen wij jou helpen? De klachten waarmee mensen tot bij ons komen, gaan van banale kwaaltjes zoals hoofdpijn tot chronische ziektes die we moeten opvolgen. We zien ook vaak orthopedische problemen door verwondingen van kogels of scherven van bombardementen. Indien nodig verwijzen we door naar de huisarts die hier twee keer per week langs komt, of naar een kinesitherapeut of psycholoog.’
Gewone mensen
‘Veel van onze bewoners hebben psychosomatische klachten, vooral door trauma. We horen soms afschuwelijke verhalen over folteringen en verkrachtingen. De wreedheden die mensen elkaar kunnen aandoen, daar schrik ik nog elke keer van. Tegelijk verbaast het me telkens weer hoe sterk een mens kan zijn. Ondanks alle wat ze meegemaakt hebben, staan veel asielzoekers positief in het leven. Ze willen niet in het verleden blijven hangen, ze willen vooruit, en wij kunnen hen daarin steunen. Veel mensen kijken naar asielzoekers met een blik van medelijden. Ik probeer niet alleen ‘ocharme’ te denken. Het gewicht dat onze bewoners meedragen, is zeker niet te onderschatten, maar daarnaast zijn het ook gewone mensen zoals jij en ik. Het is hier geen trieste boel, integendeel. We lachen superveel.’
Veel zeggenschap
‘We zijn met twee verpleegkundigen, maar we doen ons werk nooit alleen. Elke week zitten we samen met de directie en de sociale dienst voor een bespreking van onze bewoners. Als we merken dat een alleenstaande moeder het lastig heeft, kijken we samen met de buurtwerking hoe we haar wat ademruimte kunnen geven, bijvoorbeeld door de kindjes naar de crèche te sturen of hen te laten deelnemen aan een toffe activiteit. Puur medische beslissingen nemen we zelf, maar voor veel andere zaken overleggen we. Die multidisciplinaire aanpak maakt het boeiend. We krijgen als verpleegkundige ook veel verantwoordelijkheid. We moeten zelf inschatten wat dringend is, en wat kan wachten. In een ziekenhuis beslist de arts vaak wat er moet gebeuren.’