In deze reeks vertellen verpleegkundigen die buiten de ziekenhuismuren werken over hun job. Philippe (62) is verpleegkundige in Plopsaland De Panne.
‘Ik heb iets met pretparken. Ik woon al mijn hele leven in De Panne, en ging als kind vaak naar Meli Park. Daar is de liefde gegroeid. Later ben ik er nog jobstudent geweest op de EHBO-post. Mijn vader was hoofdredder op het strand van De Panne en mijn tante bemande de hulppost: ik kwam dus al van kleins af aan in contact met mensen die in vakantiestemming naar zee kwamen en hulp nodig hadden. Toen Meli Park meer dan twintig jaar geleden sloot en heropende als Plopsaland De Panne, ben ik hier beginnen te werken.’
Valpartijen, appelflauwtes of epilepsie
‘Dat ik de plek waar ik als kind zo graag kwam nu mijn werkplek mag noemen, vind ik fantastisch. Ik ken het park zoals mijn broekzak, ja. (lacht) Mensen komen naar hier voor hun plezier, wat voor een bijzondere sfeer zorgt. Wij proberen ervoor te zorgen dat hun dagje uit niet helemaal in het water valt wanneer er iets mis loopt. Want alles wat een mens thuis, op school of op het werk kan overkomen, kan ook hier gebeuren. Valpartijen, appelflauwtes, een aanval van migraine of epilepsie… In onze verpleegpost zijn we voorzien van alles wat nodig is voor dringende medische hulpverlening.’
Hulp van Bumba en Maya de Bij
‘Als je hier werkt, moet je goed kunnen omgaan met kinderen. Bij zeven op tien interventies zijn kinderen betrokken. Ik heb intussen mijn trucjes om een kind op zijn gemak te stellen wanneer ik bijvoorbeeld een wonde moet verzorgen. Bumba en Maya de Bij die in onze verpleegpost tegen de muur hangen, helpen ook wel. (lacht) Een tijdje geleden was er een kleuter die hier op schoolreis was en plots koortsstuipen kreeg. We waren snel ter plaatse om de eerste zorgen toe te dienen, in afwachting van de ziekenwagen en de MUG die we opgeroepen hadden. Zoiets is voor niemand fijn, maar gelukkig blijft het meestal bij kleine, meer alledaagse voorvallen.’
‘In de weekends en vakanties is het heel druk, met soms tot zeventig interventies per dag. Zeker in de zomer zien we vaak mensen die onwel geworden zijn door de warmte, of kinderen die tegen het einde van de dag zo moe zijn dat ze gemakkelijker vallen. We rukken ook uit naar het Plopsa Hotel, Plopsaqua en de vakantiehuisjes van Plopsa Village wanneer daar iets gebeurt. Met onze ‘ziekenwagen’ – een fluogeel elektrisch golfkarretje met zwaailichten op – kunnen we ons veilig door het park bewegen.’
EHBO-dienst van Europa-Park
‘Mijn liefde voor pretparken gaat ook door op vakantie. Minstens één keer per jaar bezoek ik een themapark in het buitenland, zoals Phantasialand of Disneyland Parijs. Toen ik jaren geleden met mijn gezin naar Europa-Park in Duitsland wilde gaan, had ik vooraf een mailtje gestuurd naar de safety manager met de vraag of ik de EHBO-dienst kon bezoeken. We zijn daar toen met open armen ontvangen en kregen een geweldige rondleiding. Ze hebben daar zelfs hun eigen brandweerdienst en ziekenwagen. Mijn vrouw en kinderen moesten noodgedwongen mee, ja. (lacht) Gelukkig vonden ze dat nooit erg. Mijn zoon is zelf een grote pretparkliefhebber geworden.’
Voor meer interviews met verpleegkundigen én de nieuwste wetenschappelijke kennis in de verpleegkunde: meld je aan voor de gratis online nieuwsbrief van Nursing Vlaanderen. Dan ontvang je elke week onze beste artikelen in je mailbox.
Ook hulpverlener-ambulancier
‘Ik zou met pensioen mogen, maar ik heb ervoor gekozen om te blijven werken. Ik vind mezelf nog te jong om te stoppen. Gelukkig krijg ik de kans om hier te blijven, en als het kan, wil ik dat toch nog een paar jaar doen. Ziekenhuizen hebben al zoveel moeite om voldoende personeel te vinden, ik vrees dat het ook hier niet gemakkelijk zal zijn. Ik kan het nochtans aanraden: een pretpark is een unieke omgeving om in te werken. Ik heb ook als verpleegkundige in een ziekenhuis gewerkt en ben ook nog steeds hulpverlener-ambulancier bij de brandweerzone Westhoek, maar mijn job in Plopsaland blijft toch wel bijzonder. Soms voel ik me opnieuw dat kleine jongetje dat plezier kwam maken in Meli Park. Ik ga het park écht missen mocht ik hier ooit stoppen.’