Obstipatie kan uiteenlopende oorzaken hebben, waaronder medicatiegebruik. Dit zijn de middelen die het vaakst obstipatie veroorzaken.
1 Opioïden
Na starten met een opioïd, zoals fentanyl, morfine of oxycodon, komt vaak obstipatie voor. De hoogte van de dosering van het opioïd maakt niet uit voor het risico op obstipatie. Daarom wordt altijd geadviseerd tegelijk met een opioïd ook een laxans te starten (behalve bij peri- of postoperatief gebruik gedurende 3-5 dagen). Ook patiënten die al last hebben van diarree of een diarreeremmer gebruiken (bijvoorbeeld loperamide), hoeven niet preventief een laxans te gebruiken. Diarreeremmers kunnen wel preventief gestopt worden wanneer een patiënt start met opioïden.
Obstipatie bij deze middelen ontstaat doordat opioïden zich binden aan de μ-receptoren in de darmen. Dat zorgt voor meer opname van water en elektrolyten in de darmen en minder darmperistaltiek.
2 Tricyclische antidepressiva en andere anticholinerge middelen
Vooral tricyclische antidepressiva, maar ook andere anticholinerge middelen kunnen obstipatie veroorzaken. Denk aan antipsychotica (o.a. clozapine, olanzapine en quetiapine), middelen tegen urge-incontinentie (o.a. tolterodine en solifenacine), antiparkinsonmiddelen (biperideen en trihexyfenidyl) en bepaalde antihistaminica zoals hydroxyzine.
Deze middelen blokkeren ook acetylcholinereceptoren op andere dan de gewenste plekken in het lichaam. Bijvoorbeeld in de darmen, waar ze de darmperistaltiek remmen en zo obstipatie kunnen veroorzaken.
Ouderen zijn gevoeliger voor anticholinerge bijwerkingen, omdat de hoeveelheid acetylcholine bij hen is afgenomen. De kans op obstipatie neemt ook toe als meerdere geneesmiddelen met een anticholinerge werking worden gebruikt.
3 IJzer-, calcium- en aluminiumzouten
IJzerpreparaten, zoals ferrofumaraat, geven bij veel patiënten verstopping. Dat komt doordat slechts een klein deel van het ijzer wordt opgenomen in het lichaam. Het achtergebleven ijzer komt in de darmen en beïnvloedt de darmflora. Een veranderde darmflora kan leiden tot darmklachten.
Ook calciumverbindingen, zoals calciumcarbonaat, veroorzaken frequent obstipatie. Hetzelfde geldt voor aluminiumverbindingen zoals algeldraat. Antacida (zuurremmers) met aluminiumverbindingen bevatten ook vaak magnesium, dat een laxerend effect heeft en de obstipatie juist weer opheft.
4 Calciumantagonisten
Obstipatie komt regelmatig voor als bijwerking van calciumantagonisten, zoals amlodipine, barnidipine, nifedipine en verapamil. Vooral het laatste middel leidt frequent tot obstipatie. Calciumantagonisten hebben een verslappend effect op het gladde spierweefsel. Verslapping van spieren in het maagdarmkanaal kan leiden tot gastro-intestinale bijwerkingen zoals obstipatie, maar bijvoorbeeld ook reflux.