Een patiënte met dementie vertoont agressief gedrag op de afdeling. Het team vraagt zich af waar en hoe ze de grens moeten trekken om de veiligheid van zichzelf en andere patiënten te borgen. An Ravelingien, beleidscoördinator ethiek en patiëntbeleving bij het AZ Delta, geeft advies.
tekst: An Ravelingien en Anja Verhelle
De casus
Sinds een week verblijft Maria* op de afdeling geriatrie. Maria heeft dementie en woonde eerst zelfstandig thuis met haar man. Ze is goed omringd door haar kinderen.
De opname gebeurde via de huisarts. Die zag geen andere uitweg. Van de ene dag op de andere vertoonde Maria regressief gedrag en stelde ze zich extreem hulpbehoevend op. Ze eiste hulp bij alles – eten, lopen, persoonlijke verzorging – en werd boos wanneer haar partner of kinderen haar niet meteen ‘bedienden’.
Ook op de afdeling escaleert de situatie. Maria eist dat de medewerkers alles voor haar doen. Als dat niet gebeurt, gaat ze over tot verbale en fysieke agressie. Toen de verpleegkundigen haar vroegen om zelf naar het toilet te lopen, poepte ze op de grond.
Sommige teamleden voelen zich onveilig en stellen zich de vraag waar ze de grens moeten trekken.
Uitdieping
De term ‘grensoverschrijdend gedrag’ verwijst naar handelingen die ongewild over de grenzen van een ander gaan. Wat grensoverschrijdend is, hangt dus af van waar die ander zijn grenzen legt. In dit geval zijn er heel wat mensen betrokken: zowel medewerkers en medepatiënten kunnen geraakt zijn door Maria’s gedrag. Voor ieder van de betrokkenen kan de grens elders liggen, en ieder heeft het recht om dat te bewaken.
In deze casus lijkt Maria ook slachtoffer van haar eigen gedrag. De agressie veruitwendigt een ontevredenheid. Daar waar grensoverschrijdend gedrag normaliter opzettelijk is, als uiting van machtsmisbruik of pestgedrag, is het bij haar mogelijk een gevolg van haar ziektebeeld. Het is immers eigen aan dementie dat normen en waarden vervagen en dat de persoon steeds ongeremder wordt. Ook waanbeelden zijn niet ongewoon.
Maria is in de waan dat ze zwaar hulpbehoevend is. Ze voelt zich in de steek gelaten en probeert op allerlei manieren anderen tot hulp te dwingen. Dat ze zelfs met fysiek geweld en stoelgang dreigt, zou je manipulatief kunnen noemen. Maar misschien is het vooral een teken van hoe wanhopig ze is?
Wil jij niets meer missen van Nursing Vlaanderen?
Ter overweging
Of het gedrag opzettelijk is of niet, één zekerheid blijft: veiligheid staat voorop. We kunnen niet aanvaarden dat een verpleegkundige geweld (van welke aard ook) ondervindt bij het toedienen van zorg. Om de crisis te ontmijnen, kan het nodig zijn dat we Maria laten afkoelen op haar kamer, kalmerende medicatie toedienen of zelfs fixeren.
Een dergelijke interventie is nodig, maar stopt zodra de rust terugkeert. Daarna komt het erop aan uit te zoeken wat de agressie uitlokt. Hoe komt het dat Maria ineens zo reageert? Wat maakt haar zo kwaad? Wie is Maria? Was Maria voor haar ziekte al dominant? Stelde ze zich in bepaalde situaties hulpbehoevend op? Een dergelijke analyse vergt input van mensen die haar al langer kennen: familie, huisarts, thuisverzorging, eventueel andere naasten.
Door samen na te gaan wie Maria is, krijg je ook een beter beeld van hoe je haar agressie kunt vermijden. Hoe toont Maria dat ze onrustig wordt? Welke signalen kunnen we sneller opvangen? Wat en wie lokt agressie op? Misschien moet je de eisen van Maria tijdelijk inwilligen om zelf te ondervinden waar ze op reageert. Lukt het vandaag niet? Geef het tijd. Lukt het bij jou niet? Geef het door aan een collega. En neem het vooral niet persoonlijk.
Het advies
Deze aanpak werpt veel vruchten af op de afdeling ‘cognitieve geriatrie’. Recent werd een man overgebracht naar deze afdeling omdat hij weigerde naar een woonzorgcentrum te gaan. Hij was bij aankomst onhandelbaar. Het kostte wat moeite en tijd, maar enkele dagen later brachten verpleegkundigen hem in alle rust over naar het woonzorgcentrum. Ze speelden in op zijn interesse in sport en leidden hem zo de revalidatiezaal in.
Eens je de acute crisis ontmijnt, komt het er dus vooral op aan om te onderzoeken wie die patiënt, die grensoverschrijdend gedrag stelt, is.
* De naam van de patiënt is gefingeerd.