Palliatief verpleegkundige Ellen merkt dat collega’s wel eens jaloers zijn op het kleinere aantal zorgvragers dat zij onder haar hoede heeft. Maar is dat terecht? Nee, legt ze uit.
Of het druk is bij ons. Ik weet wel waarom ze dit vraagt. Ik weet hoe het er op haar dienst aan toe gaat: altijd druk en hectisch. ‘Ja’, antwoord ik waarheidsgetrouw. Ik zie een wenkbrauw de hoogte in gaan en ze gnuift.
Op onze palliatieve afdeling kunnen er maximaal vijf patiënten worden opgenomen. Op zowat elke andere afdeling ligt een veelvoud hiervan. Wie een beetje kan rekenen, meent te weten dat het bij ons minder druk is dan bij hen.
Vijf is toch niks? Toegegeven, op elke andere afdeling zou dit een grote luxe zijn.
Ik weet ondertussen beter: dat is gewoon druk. Even druk als op een andere afdeling waar tot dertig patiënten kunnen liggen. Om de eenvoudige reden dat wij het tempo en het ritme niet kunnen, willen en mogen bepalen. Wij passen ons aan aan de zorgvragers, niet omgekeerd.
Het is onmogelijk om in een palliatieve setting een bedbad te geven in een tiental minuten. Zoiets duurt bij ons minstens een halfuur. Wie een beetje kan rekenen, beseft dat je met vijf zorgvragers al gauw zo’n twee uur bezig bent met het geven van bedbaden. Tel daar de patiënten bij die te eten moeten krijgen, er familie is om op te vangen, er overlijdt iemand… Dan is het simpel: druk. Zonder meer.