
De algemene kritiek van de verpleegkundigen die de enquête invulden, luidt dat leidinggevenden te weinig tijd maken om naar hun opmerkingen te luisteren. De enquête legt honderden situaties bloot die verpleegkundigen tevergeefs aanklagen. Zo stelde een verpleegkundige aan de directie voor om tijdens een drukke periode op een andere manier te werken om de zorg wat draaglijker te maken, maar die ging er niet op in.
Een andere verpleegkundige stelde vruchteloos aan de kaak dat de afdeling niet goed werkte. Ze haalde het te veel aantal overuren aan, het gebrek aan collegialiteit en de voorkeursbehandeling die bepaalde collega’s kregen. De vraag van een verpleegkundige naar een extra tijdelijke werkkracht bij langdurige onderbezetting werd door de directie weggelachen met de boodschap: ‘Werk dan allemaal een beetje meer’.
Niet-opgepikte signalen
In de enquête gaven verpleegkundigen aan dat er ook in moeilijke situaties, zoals bij hoge werkdruk en op de afdeling palliatieve zorgen, niet of onvoldoende naar hen wordt geluisterd. Zelfs in crisissituaties worden de signalen van verpleegkundigen niet altijd opgepikt door de directie. Zo merkte een verpleegkundige op dat een patiënte tijdens de zwangerschap duidelijke signalen vertoonde van mentaal lijden. De patiënte trok aan haar haren, zei dat ze het niet meer zag zitten en ondernam verschillende zelfmoordpogingen. De verpleegkundige stelde de behandelende gynaecoloog voor om de vrouw door te verwijzen naar psychiatrie, maar die ging daar niet op in.
Verpleegkundigen worden soms ook slachtoffer van agressie-aanvallen door patiënten. In de enquête klaagden ze aan dat er niet altijd naar hen geluisterd wordt als ze gewelddadige incidenten melden. Toen drie collega’s zwaar werden toegetakeld door de patiënt, was er vanuit de directie geen luisterend oor voor de gevoelens en noden van het team en voor hun roep om de veiligheid te vergroten. Een andere verpleegkundige werd eveneens niet gehoord door haar leidinggevende toen ze fysiek hard werd aangevallen door een patiënt, met grote verwondingen tot gevolg. De enquête legt gelukkig ook positieve punten bloot. Uiteraard werden er ook verpleegkundigen wél gehoord door hun leidinggevende. Toen de partner van een verpleegkundige overleed, werd het werkrooster aangepast. En de directie stemde toe toen een groep verpleegkundigen vroeg om een half uur vroeger te starten, zodat ze meer bewoners konden verzorgen. Dit zou de druk voor het ontbijt verlagen. Nog een paar positieve voorbeelden. Een verpleegkundige die bang was om in het donker te werken, moest geen nachtdienst meer doen. Een ander eiste en kreeg een oproepvergoeding als ze extra moest invallen. Toen ze voorstelde een ruimte anders in te delen na een ongeval met een naaldcontainer, kreeg een derde verpleegkundige groen licht van de directie. Tot slot stelde een verpleegkundige voor om het medicatieschema van een palliatieve patiënt te wijzigen. De vraag werd door de afdelingsarts serieus genomen. De arts was van mening dat de verpleegkundige dichter bij de patiënt stond dan zij en ze de patiënt dus beter kende. Niet gehoord bij geweld
Voorstel wél goedgekeurd