Margriet heeft al een hele carrière als communicatietrainer achter de rug. Een waardevolle achtergrond die ook in haar huidige job als verpleegkundige uitstekend van pas komt.
Illustratie: Maureen Wattenbergh
In mijn vorige job als coach kreeg ik regelmatig dezelfde vragen. Een steeds terugkerende behoefte aan meer duidelijkheid, telkens opnieuw moeite om te wennen aan iets nieuws én weerstand als het even moeilijk werd.
Ook nu als verpleegkundige merk ik dat patiënten, maar ook hun familieleden, zich vaak tot mij richten met telkens opnieuw dezelfde vragen. Logisch natuurlijk. Bij ziekte komen zoveel vragen en onzekerheden kijken. Vragen stellen hoort bij het verwerkingsproces.
Als enthousiaste beginneling merk ik dat ik telkens opnieuw met veel motivatie en oprechte aandacht voor de patiënt mijn uiterste best doe om alles begrijpelijk en verteerbaar uit te leggen. Meestal toch. Denk ik.
Want het komt ook wel eens voor dat ik niet veel tijd heb en dat ik wat vlotjes over de details ga. Of dat de leden van een bepaalde familie niet onderling overleggen, en dus om de beurt bij mij of mijn collega’s komen met weer dezelfde vraag.
Of dat de bewuste vrager al mijn antwoorden op zijn beurt weer in vraag stelt. Want ‘op het internet heb ik iets anders gelezen dan wat u heeft gezegd’. Of dat ik met handen en voeten dingen moet uitleggen omdat ik niet de moedertaal spreek van de patiënt.
Ik ben dan gefrustreerd omdat ik het gevoel heb dat ik tekortschiet in mijn uitleg. En ik geef heel eerlijk toe: soms erger ik me aan de onwetendheid van de vragensteller. Of aan het onvermogen van patiënten of familie om te luisteren.
En dan merk ik dat ik op het randje van een grote valkuil sta. Als ik niet oplet, dan bestaat de kans dat ik bot ga reageren, wanneer opnieuw een vraag gesteld wordt die ik al had beantwoord.
Dat is schrikken. Als stagiaire vond ik het altijd choquerend als ik dat soort botte gedrag bij andere verpleegkundigen zag. En nu doe ik het bijna zelf. Zo snel al?
Nochtans is er een aanvaardbare uitleg. Verpleegkundigen zijn ook maar mensen. Mensen die met de meest uiteenlopende types medemens te maken hebben, op de meest onmogelijke momenten. En dat terwijl de werkdruk enorm hoog ligt en de frustratie dat ‘genoeg nooit genoeg is’ bij velen groeit.
En toch… En toch wil ik écht mijn best doen om elke vraag te beantwoorden alsof het de eerste keer is. Want voor die patiënt, die partner, die moeder of vader is het vaak de eerste keer dat ze in deze situatie belanden.
Ik wil mijn patiënten te woord staan op een moment dat het voor hen echt het juiste moment is. En in de taal en met de woordkeuze die voor hen op dat moment het meest gepast lijkt.
Door nog meer mijn best te doen zal ik minder vaak iemand kwetsen. Want iemand die zich in het ziekenhuis bevindt, is al kwetsbaar genoeg.