Verpleegkundige en voormalig communicatietrainer Margriet ervaart verwarring, frustratie en schuldgevoelens bij een patiënt die stilaan zijn autonomie verliest.
Illustratie: Maureen Wattenbergh
Al bijna drie maanden verblijft patiënt K. op de palliatieve afdeling. Hij was er bij zijn opname erg aan toe, zowel op fysiek als mentaal vlak.
De familie bereidde zich voor op het ergste, maar… Meneer had blijkbaar andere plannen. Om onbekende redenen (een goocheltruc van de natuur?) knapt hij zienderogen op.
Hij eet en drinkt weer, stapt uit zijn bed, wandelt wat op de gang en hij spreekt met ons op een zeer coherente wijze. Zijn standaardzin wordt al gauw: ‘Ik wil naar huis!’
Het zou een ‘happy end’ van een korte blog kunnen worden. Ware het niet dat we allemaal (verpleegteam én familie) ons hart vasthielden bij dit idee.
‘Thuis’ betekent ‘zelfstandig wonen’, en dat houdt heel wat meer in dan wat we tot nu toe van mijnheer zagen.
Wil jij niets meer missen van Nursing Vlaanderen?
Schrijf je dan in voor onze gratis Nursing Vlaanderen nieuwsbrief en ontvang elke twee weken onze beste artikelen in jouw mailbox!
Meneer weigert namelijk consequent alle hulp voor zijn dagelijkse hygiëne, evenals elk gesprek over een praktische organisatie van thuisverpleging en/of familiehulp.
Zijn motto: ‘Ik wil naar huis en heb niks, geen hulp nodig’.
Uiteraard willen mijn collega’s en ikzelf niets liever dan hem beschermen tegen zijn eigen overmoedigheid, maar het geeft me een heel dubbel gevoel om iemand het recht af te nemen om 100% voor zichzelf te beslissen. Vooral omdat meneer zeer hoog scoort op de MMS-schaal.
De ‘open kaart’-techniek wordt ingezet. We leggen meneer heel eerlijk onze angst uit en vragen hem om met ons samen te werken aan zijn ontslag. We vragen hem om ons te laten zien wat hij kan op het vlak van zelfredzaamheid.
Hij voegt de daad bij zijn woorden en stapt onder de douche. Alles gaat perfect, want behalve een handje hulp voor de rug en de onderste ledematen, kan meneer zijn plan trekken.
Helaas, een euforie van korte duur. De dagen erna weigert hij opnieuw alles. We benadrukken vriendelijk dat hij zo zelf zijn terugkeer naar huis volledig boycot. Frustratie alom. Wat wil hij nu eigenlijk?
Ik bedenk me dat hij dat waarschijnlijk zelf niet weet. Want hoe moet het zijn voor iemand die voelt dat hij zijn autonomie verliest? Voor iemand die wellicht ook faalangst heeft en hierdoor zijn eigen gevaar ontwijkt?
In het gevangeniswezen is het ook een gekend fenomeen: gedetineerden waar het eind van de opsluiting nadert, halen plots rare fratsen uit, waardoor hun straf verlengd wordt.
Er blijft maar één optie over. Meneer wordt, dik tegen zijn zin, overgeplaatst naar een woonzorgcentrum.
We houden ons hart vast. Ik voel me schuldig dat ik hieraan meewerk. Maar we hebben écht wel alles geprobeerd met het volledig multidisciplinaire team.
En nu maar hopen op een positief bericht van het woonzorgcentrum. ‘Hij heeft het hier prima naar zijn zin’. Of zoiets.
Ik blijf dromen van een happy end.
Lees ook de vorige blog van Margriet: ‘Ik wil elke vraag beantwoorden alsof het de eerste keer is’
Werk
De Verpleegkundige
Footer
Nursing Nederland
Ga naar Nursing Nederland