In deze reeks spreken we verpleegkundigen die buiten de ziekenhuismuren aan de slag zijn. Bijvoorbeeld in het leger, de gevangenis of de esthetische sector. Deze aflevering: Elise Arrazola de Oňate (26), verpleegkundige in het brandwondencentrum van het Militair Hospitaal Koningin Astrid in Neder-over-Heembeek.
‘Vier jaar geleden ben ik in het brandwondencentrum beginnen te werken. Ik ben hier eerder toevallig terechtgekomen. Toen ik pas afgestudeerd was als verpleegkundige ben ik aan de slag gegaan in een perifeer ziekenhuis, op de afdeling gespecialiseerde heelkunde. Na een paar maanden was ik al uitgekeken op mijn job. Ik miste uitdaging en afwisseling. Op een avond, tijdens een late shift, zag ik een reportage over het brandwondencentrum op televisie. Ik wist meteen: dit wil ik doen.’
Militaire opleiding
‘Om als verpleegkundige bij Defensie te mogen werken, moet je eerst militair worden. Ik heb me meteen ingeschreven voor de selectieprocedure. Thuis vielen ze bijna van hun stoel toen ik kwam vertellen wat ik ging doen. Mijn beslissing kwam onverwacht. Niemand had dit in mij gezien – ik had er zelf ook nooit aan gedacht – maar ik was vastberaden. Ik slaagde voor de toelatingsproeven en mocht aan mijn militaire opleiding beginnen. Het was een zwaar jaar, vooral fysiek. Ik moest ook wennen aan de hiërarchische structuur binnen het leger. Opeens kwam ik in een heel andere wereld terecht. Ik leerde kaartlezen, omgaan met wapens, strategisch en tactisch denken… Een jaar lang ben ik helemaal uit de verpleegkunde geweest.’
Uren bezig met 1 patiënt
‘Nadat ik mijn basisopleiding voltooid had, mocht ik in het Competentiecentrum van de Medische Component in Neder-Over-Heembeek aan een gespecialiseerde professionele vorming beginnen. Daar leer je alles over de organisatie en werking van de militaire medische steun. Mijn stage heb ik gedaan bij Medium Care in het brandwondencentrum, waar ik nog steeds werk.
Als verpleegkundige moet je tegen een stootje kunnen, en dat geldt zeker in het brandwondencentrum. Zwaar verbrande kinderen en ouderen laten nog altijd een diepe indruk bij me na. Mensen komen hier heel kwetsbaar binnen. Het besef dat je als verpleegkundige een grote impact hebt op de rest van hun leven, is bijzonder. Sommige patiënten liggen hier maanden, met hen bouw je vanzelf een band op. Je brengt veel tijd samen door. Brandwonden verzorgen doe je niet in tien minuten. Soms zijn we uren bezig. Ik ben blij dat we daar als verpleegkundige de tijd voor krijgen. Een patiënt is bij ons geen nummer dat je snel moet afhandelen.’