
Waarom hebben ziekenhuizen diabetesconsulenten nodig?
‘De laatste jaren evolueert de technologie voor diabetesopvolging en insulinetherapie razendsnel. We plaatsen steeds vaker sensoren in de arm van patiënten. Ze kunnen die sensor scannen met een smartphone of een apart apparaat om hun bloedsuikerwaarden te meten zonder in hun vinger te prikken. Als diabeteseducator leer ik patiënten met dit soort technologie omgaan, en leg ik ook uit hoe ze de gegevens kunnen uploaden en via de computer naar ons doorsturen. Ook op het vlak van insulinepompen evolueren de mogelijkheden voortdurend. Zo zijn er nu ‘slimme’ insulinepompen die communiceren met de sensor en automatisch de bloedsuikerwaarden bijsturen.’
Is dat niet ingewikkeld voor de patiënten?
‘Er is ongeveer een week educatie nodig om hen alles aan te leren. Ik ga langs bij patiënten die de diagnose van diabetes hebben gekregen en ik begeleid hen tot ik weet dat ze alles thuis zelfstandig kunnen uitvoeren. Vrij arbeidsintensief dus, vandaar ook dat er een gespecialiseerde verpleegkundige wordt ingeschakeld. De patiënten moeten goed weten hoe alles werkt om risico’s of complicaties te vermijden. Ook intern geef ik educatie over diabetes aan nieuwe verpleegkundigen. Bovendien ben ik aanwezig bij de consultaties van diabetespatiënten, waarbij we hun therapie evalueren.’
Vind je het een boeiende job?
‘Zeker, onder meer omdat het zo ruim en afwisselend is. Doordat de technologie zo snel evolueert, kan ik voortdurend bijleren. Het lijkt wel alsof ik elke dag een andere job heb. Ik loop ook rond in het hele ziekenhuis voor de opvolging van diabetespatiënten die om een andere reden zijn opgenomen en aangepaste verzorging nodig hebben. Vrouwen met een insulinepomp die gaan bevallen, bijvoorbeeld, of oncologie-, long- en nierpatiënten. Door cortisone stijgt hun bloedsuiker waardoor sommigen ook diabetes krijgen. Psychologisch is dat voor hen erg zwaar.’
Bied jij ook psychologische steun?
‘Ja, mijn werk is eigenlijk voor 80% educatie en 20% technische handelingen en verzorging. De psychologische omkadering is belangrijk bij diabetes, want de ziekte heeft altijd een grote impact op het leven van de patiënten. Aangezien ik een van de eersten ben met wie ze kunnen praten, delen ze vaak hun zorgen met mij. Diabetes vraagt sowieso om een psychosomatische aanpak. Bij diabetes type 2 is het ook belangrijk om te kijken naar de oorzaken, zoals overgewicht en slechte eetgewoonten. Wat zijn de onderliggende problemen en hoe doorbreek je die vicieuze cirkel? Ik moet mensen zien te motiveren om zich aan de therapie te houden.’
‘Ik zoek wat hen triggert om door te zetten – een opa die wil kunnen voetballen met zijn kleinzoon, bijvoorbeeld. Mijn dag is pas geslaagd als ik iemand heb kunnen motiveren en hun loodzware last heb veranderd in vleugels.’ ‘Inderdaad, want ik ben ook getraind om te luisteren naar het verhaal van de patiënten. Na mijn afstuderen was ik aanvankelijk zelfs niet van plan om in een ziekenhuis te werken. Ik had onder meer stage gedaan in een asielcentrum en in een gevangenis. Daardoor had ik nog geen ervaring met de klinische kant van de zorg. Ik besliste om dat hiaat toch weg te werken, ook omdat ik graag naar het buitenland wilde. Zo kwam ik terecht op de afdeling cardiologie van het Heilig Hart-ziekenhuis in Leuven, waar ik alle technische handelingen onder de knie kreeg.’ ‘In Brisbane, Australië kon ik direct beginnen als verpleegkundige. Na twee jaar kwam ik terug naar België, waar ik eerst weer op de afdeling cardiologie heb gewerkt. Na verloop van tijd wilde ik een nieuwe uitdaging waarbij ik opnieuw meer kon doen met mijn sociale kant. Toen ik de vacature zag voor diabetesconsulent in Gasthuisberg heb ik die kans gegrepen. Ik mocht al starten onder begeleiding van mijn – fantastische – collega’s terwijl ik een jaar lang een postgraduaat volgde. Dat was ideaal, want ik bouwde snel kennis op en het studeren ging erg vlot. Intussen ben ik vier jaar diabetesconsulent.’ ‘Klopt, ik ben in de jaren ’90 aan het RITCS afgestudeerd als filmregisseur. Daarna heb ik jaren gewerkt op filmsets en in tv-studio’s. Een leuke tijd, maar ik vond het een oppervlakkige wereld en ik verlangde naar een job met meer betekenis. Toen ik na een loopbaanonderbreking en een lange reis ontslagen werd, besliste ik – op mijn 33ste – om weer te gaan studeren. De verpleegkunde trok me aan omdat je mensen echt kunt helpen én makkelijk in andere landen kunt werken.’ ‘Ik heb nog geen seconde spijt gehad want ik doe dit beroep heel graag. Het geeft mij veel voldoening, en je krijgt ook veel waardering en directe feedback van collega’s en patiënten. Erg waardevol. Ik probeer alles zo empathisch mogelijk te doen en behandel iedereen op dezelfde manier. Ook die onbevooroordeelde, open houding hoort voor mij bij mijn rol als verpleegkundige.’ ‘Tegenwoordig is mijn enige creatieve activiteit tekenen en knutselen met mijn negenjarige dochtertje. De tv-wereld was een vorig leven dat ik volledig achter me heb gelaten. Dit is nu mijn tweede leven en het is ook wat ik wil blijven doen, daar ben ik zeker van. Ik denk dat met mensen werken eigenlijk mijn grootste talent is.’Hoe pak je dat dan aan?
Dat sluit dus goed aan bij jouw opleiding als sociaal verpleegkundige?
En ben je daarna naar het buitenland vertrokken?
Verpleegkunde was nochtans niet je eerste roeping?
En ben je achteraf gezien blij met je afgelegde parcours?
Kun je je creatieve ei nog kwijt?