Tweelaagse zwachtels hebben een aantal voordelen ten opzichte van korterekzwachtels. Wat zijn de belangrijkste verschillen met korterekzwachtels, en op welke aandachtspunten moet je letten?
Tekst Anouk Broersma
De term ‘tweelaags zwachtelen’ zorgt in de praktijk soms voor verwarring. Ook korterekzwachtels breng je immers in 2 lagen aan. Maar bij tweelaagszwachtels gaat het om 2 lagen van verschillend materiaal en met verschillend effect. Tweelaagse zwachtelsystemen mogen een week blijven zitten.
Er zijn verschillende tweelaagse zwachtelsystemen op de markt:
– systemen bestaande uit een onderste laag van schuim (de ‘comfortlaag’) en een korterekzwachtel. Een voorbeeld hiervan is CobanTM.
– systemen met 2 actieve lagen: een onderlaag met korte rek voor compressie, absorptie en bescherming en een bovenlaag met lange rek, die extra druk levert.¹ Voorbeeld: UrgoK2®. De bovenlaag van dit systeem heeft minder stretch en levert daardoor minder druk dan een traditionele langerekzwachtel, waardoor hij ’s nachts kan blijven zitten (aldus een woordvoerder van Urgo).
Voordelen tweelaags zwachtelen
Blijft langer zitten
Goed aangebracht blijft een tweelaagse zwachtel langer beter zitten dan een korterekzwachtel, tot maximaal een week. Een korterekzwachtel mag weliswaar ook een week blijven zitten, maar zakt vaak al af voor die tijd, vertelt Karin Timm, verpleegkundig specialist AGZ, vakgebied wondzorg en dermatologie bij Allerzorg, regio Zuid-West. ‘Bij een ongecompliceerd been, dus niet extreem lastig van vorm, zit een korterekzwachtel soms wel een week, maar bij de meeste mensen is dat korter.’
Druk blijft langer constant
Door verkleving van de lagen bij tweelaagse zwachtels vormt zich een steviger verband, dat minder snel afzakt. De druk blijft daardoor ook langer constant. Timm vergelijkt het met de giraffehuid: giraffen hebben heel lange benen, maar geen kleppen in de venen. Dat ze desondanks geen oedeem in hun poten krijgen, komt doordat hun huid zo stug is dat er geen ruimte is voor vochtophoping. Met een tweelaagse zwachtel creëer je in feite een starre koker, zoals die giraffehuid.
Polsteren niet nodig
Een ander voordeel ten opzichte van korterekzwachtels is dat polsteren bij tweelaags zwachtelen vaak niet nodig is. De onderlaag functioneert als polstermateriaal.
Comfortabeler
Daarnaast geven mensen vaak aan dat ze tweelaagse zwachtels comfortabeler vinden, volgens Timm. ‘En hoewel het tweelaagse systeem er dikker uitziet is het eigenlijk iets dunner dan korte rek, dus mensen kunnen makkelijker hun eigen schoenen aan.’ Dit vergroot de mobiliteit en het psychisch welbevinden.
Betere therapietrouw
Voor patiënten die moeite hebben zwachtels te laten zitten, bijvoorbeeld mensen met dementie, kunnen tweelaagse zwachtels ook uitkomst bieden. Doordat de bovenlaag zo strak aan de onderlaag kleeft, kunnen zij het begin van het verband niet zo eenvoudig vinden. (NB: Dit kan vallen onder onvrijwillige zorg, dus hier speelt mogelijk de wet Zorg en dwang een rol).

Nadelen tweelaags zwachtelen
Tweelaagse zwachtels worden nog lang niet zoveel voorgeschreven als korterek-. Dat heeft volgens Timm niets te maken met de werking, die is voldoende bewezen.
Eenmalig gebruik
Wel is een belangrijk nadeel dat het materiaal voor eenmalig gebruik is. Als dagelijkse vervanging nodig is, bijvoorbeeld vanwege veel wondexsudaat, is een tweelaags compressiemiddel dus al snel niet meer kostenefficiënt.
Door verkleving van de lagen bij tweelaagse zwachtels vormt zich een steviger verband , dat minder snel afzakt
Al kan er bij uitzondering wel een kortdurende indicatie voor zijn, bijvoorbeeld wanneer een korterekzwachtel bij veel exsudaat te snel afzakt. Een tweelaags systeem moet je dan net zo goed dagelijks vervangen, maar blijft net iets beter en langer zitten dan een korterekzwachtel.
Drukverval minder zichtbaar
Bij een tweelaagse zwachtel is drukverval soms minder duidelijk zichtbaar (bijvoorbeeld bij afname van oedeem). Ook de patiënt zal dit minder snel opmerken, dus alertheid is geboden. Door de 2 verklevende lagen valt het verband niet los zoals bij een korterekzwachtel, maar zakt in zijn geheel iets naar beneden.
Natuurlijk hebben we nog veel meer artikelen over zwachtelen: bijvoorbeeld over zwachtelkeuze, enkel-armindex en therapietrouw.
Je kunt daarom het beste aan de bovenkant van de zwachtel controleren of hij is afgezakt (dat wil zeggen: lager zit dan de 2 vingers onder de knie die je bij aanbrengen hanteert). Ook zijn vaak wat zakrimpels zichtbaar (bijvoorbeeld bij de enkels), die frictieblaren of drukplekken kunnen veroorzaken.
Ga er niet klakkeloos vanuit dat een tweelaagse zwachtel een week kan blijven zitten. Blijf na de gebruikelijke controle op afname van oedeem in de eerste dagen ook daarna de druk checken. Een voorbeeld: bij een weersomslag met flinke temperatuurwisseling kan de beenomvang toe- of afnemen, wat beïnvloedt hoeveel druk de zwachtel geeft.
Indicaties en contra-indicaties
Tweelaagse zwachtels voor de onderste extremiteiten hebben dezelfde indicaties als korterekzwachtels; onder andere chronische veneuze insufficiëntie, veneuze ulcus cruris en oedeem.¹ Ook de contra-indicaties zijn hetzelfde als bij andere zwachtelsystemen.
Absolute contra-indicaties zijn arteriële insufficiëntie (distale systolische druk < 60 mmHg, enkelarmindex (EAI) < 0.52) en totale occlusie van het diepe veneuze systeem.² Van de UrgoK2® en CobanTM bestaat een Lite versie, waarmee je volgens de fabrikant kunt zwachtelen bij een EAI van 0,5 tot 0,8.
Ook ernstige huidafwijkingen of allergische reacties op het compressiemateriaal vormen contra-indicaties. Zo komt het bij tweelaagse zwachtels met ‘comfortlaag’ een heel enkele keer voor dat een patiënt allergisch is voor het schuim aan de binnenkant.
De zwachtel aanbrengen
Voor het aanbrengen van een tweelaagse zwachtel start je met wondzorg en eventueel insmeren van de huid zoals bij korterekzwachtelen. Breng geen elastisch buisverband of andere onderkous aan, daardoor zal de zwachtel sneller afzakken. Wel kun je eventueel een buisverband of pantykous óver de zwachtel trekken, zodat de buitenkant minder stroef is. De zwachtel zal daardoor in bed minder ruw aanvoelen en minder snel opkrullen aan de randen.
Bij een tweelaagse zwachtel is polsteren vaak niet nodig, het materiaal voegt zich naar de huid en zorgt zo voor een goede drukverdeling. De tweede laag verkleeft met de onderlaag. Soms is er wel reden om extra te polsteren, vertelt Timm. Dat kan gewoon met het materiaal van de onderste laag. ‘Bij bijvoorbeeld een sterk uitstekend scheenbeen kun je een reep van die comfortlaag over het scheenbeen leggen.
Een verschil met korte rek is dat je bij een tweelaags zwachtel de bovenlaag niet terug naar benden zwachtelt
Die knip je dan bij de wreef in.’ Het polsteren werkt dus ook net even anders bij tweelaags dan bij korte rek. Met een korterekzwachtel zou je het polstermateriaal naast het scheenbeen leggen om het been rond te maken, maar bij tweelaags zwachtelen polster je met name om de huid te beschermen.
‘In principe hoeft het niet, maar als je roodheid ziet bij het verwijderen van de zwachtel, kun je voor de zekerheid extra polsteren.’
Net als bij andere zwachtels is het belangrijk dat de druk bij de voet hoger is en afneemt richting de knie. Als je de zwachtel onder gelijkblijvende spanning aanbrengt, geef je automatisch meer druk bij de enkel omdat het been daar dunner is dan richting de knie. Bij het aanbrengen moet de cliënt de voet naar zich toetrekken tot een hoek van negentig graden, om drukplekken op de wreef te voorkomen.
Voor Coban geldt dat je de onderste laag beenvolgend aanlegt, met zo min mogelijk overlap. De tweede laag leg je aan met 50% overlap. Urgo raadt aan om beide lagen van de UrgoK2 circulair aan te brengen, met afhankelijk van de maatsoort een overlap van 50% of tweederde.
Een verschil met korte rek is dat je bij een tweelaags zwachtel de bovenlaag niet terug naar beneden zwachtelt. Ben je bovenaan, tot 2 vingers onder de knie, dan knip je het verband af. Tape is niet nodig: door de bovenlaag licht aan te drukken, verkleeft die met de onderlaag.
Observeren op drukplekken
Net als bij andere zwachtels moet je bij het wisselen goed de huid observeren. ‘Onderzoek bij eventuele drukplekken waardoor die zijn ontstaan: is het de schoen, de zwachtel of is de doorbloeding misschien toch slechter dan vooraf gedacht’, zegt Timm.
In combinatie met de druk van het zwachtel kan slechte vaatstatus namelijk leiden tot decubitus, vooral op de wreef. ‘Rode plekken op uitstekende delen van het been, zoals bij scheenbeen of enkel, kunnen duiden op overdruk. Roodheid over het gehele been kan wijzen op een huidreactie, zoals contactallergie of eczeem. En een te los aangebrachte zwachtel kan leiden tot frictieblaartjes.’
Bepalen van de juiste zwachteldruk
De juiste druk bepalen is altijd een uitdaging bij zwachtelen. Sommige merken tweelaagse zwachtels hebben daar hulpmiddelen voor, zoals ovale figuren op het verband die rond worden als je de juiste rek hebt bereikt. Eventueel kun je de druk controleren met een drukmeter, of daar in ieder geval mee te oefenen om te leren aanvoelen hoeveel druk je moet geven tijdens het zwachtelen.
Complicaties van tweelaags zwachtelen
Mogelijke complicaties zijn dezelfde als bij andere soorten zwachtels. Het Vilans-protocol voor zwachtelen3 noemt 3 complicaties, inclusief advies hoe te handelen:
- Huidirritatie: smeer de huid dun in met een huidvriendelijke crème
- Pijnlijke of blauwe tenen: laat de patiënt even lopen. Gaat het niet over, leg de zwachtel dan opnieuw aan met iets minder druk. Helpt dat ook niet, waarschuw dan de arts.
- De zwachtel valt af: leg de zwachtel opnieuw aan
Compressietherapie is maatwerk
Compressiemateriaal kiezen blijft maatwerk. Timm merkt dat in de praktijk vaak onvoldoende kennis is om per patiënt te bekijken welk systeem het beste is. De arts of bandagist zou daarvoor nauw moeten samenwerken met de wijkverpleging. ‘Nu zie je soms dat de bandagist die de zwachtel aanmeet niets van de patiënt weet.
Wil iemand per se ‘s nachts geen zwachtel om, dan is een tweelaags zwachtel niet de juiste keuze
De wijkverpleging kent de patiënt wel, maar kent weer niet alle materialen die je kunt aanmeten.’ Er is dus winst te behalen door te overleggen over bijvoorbeeld eczeemgevoeligheid, zelfredzaamheid en hoe een patiënt de zwachtel ervaart. Wil iemand bijvoorbeeld per se ’s nachts geen zwachtel om, dan is een tweelaags zwachtel niet de juiste keuze.
Met dank aan mijnheer Monnik en verpleegkundige Willeke Leeflang (Allerzorg) voor hun medewerking aan de foto’s.
Hét Wondzorg Congres
Tijdens Hét Wondzorg Congres op dinsdag 10 mei in Ede staan de beste sprekers over wondzorg klaar om de nieuwste inzichten met je te delen. Laat je informeren over negatieve druktherapie, de mens achter decubitus, oncologische wonden en ulcera, dilemma´s bij wondzorg voor brandwondpatiënten, en meer. Zie www.wondzorgcongres.nl.
Bronnen
1 Soorten Zwachtels. Protocollen voorbehouden, risicovolle en overige handelingen, Vilans, 2014
2 Expertdocument Compressietherapie aan de onderste extremiteiten. Kenniscentrum Wondzorg WCS, 2015.
3 Zwachtelen. Protocollen voorbehouden, risicovolle en overige handelingen, Vilans, 2014