In een recente actualisering van de Vlaamse richtlijn Euthanasie wordt de rol, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van verpleegkundigen bij euthanasie opnieuw scherp gesteld.
Veerle Coupez, lector Verpleegkunde bij Howest en voorzitter van de NVKVV werkgroep Palliatieve Zorg, werkte mee aan de oorspronkelijke richtlijn uit 2018 en aan deze actualisatie. Zij licht toe wat deze richtlijn betekent voor verpleegkundigen.
Wel voorbereidende handelingen, geen uitvoering
De richtlijn verduidelijkt de rol van de verpleegkundige en het belang ervan bij de uitvoering van euthanasie. ‘In de wetgeving wordt de rol van verpleegkundigen bij euthanasie niet expliciet benoemd omdat de uitvoering van euthanasie een handeling is die voorbehouden is aan de arts.
Dit zorgde soms voor juridische onzekerheid bij verpleegkundigen, terwijl ze net een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld in het detecteren en het uitklaren van een euthanasievraag en het assisteren bij de uitvoering. Maar ook bij de nazorg voor zowel de familie als voor de andere leden van het team. In de richtlijn worden deze zaken uitgeklaard.’
De verpleegkundige mag voorbereidende handelingen stellen, maar de uitvoering van de euthanasie ligt dus bij de arts. Coupez: ‘De verpleegtechnische ondersteuning draagt ertoe bij dat de euthanasie op een rustige en serene wijze kan verlopen. De verpleegkundige kan, samen met de arts, de aandacht richten op het comfort van de patiënt, de ondersteuning van de patiënt en de naasten, en de controle van het infuus.’
Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
In de geactualiseerde richtlijn worden ook de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de verpleegkundige bij euthanasie benoemd. ‘Een verpleegkundige kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de wettelijkheid van de euthanasie. Wél heb je het recht om de arts om informatie te vragen, om zo te kunnen oordelen over de correctheid van de gevolgde procedure.’
Signaleren van de euthanasievraag
Bij het signaleren van de euthanasievraag speelt de verpleegkundige volgens de richtlijn een sleutelrol. Veerle Coupez: ‘Wanneer je ’s ochtends bij een patiënt komt en deze zegt “Voor mij hoeft het allemaal niet meer”, dan heb je als verpleegkundige twee opties.
Je kan deze uitspraak negeren en de patiënt proberen op te beuren. Of je kan vragen wat hij of zij precies bedoelt met die uitspraak en de tijd nemen om te luisteren naar je patiënt. Voor mij hoort dit soort gesprekken tot de basishouding van de verpleegkundige. Het gaat immers om een hulpvraag van je patiënt.’
Informeren, bespreken, besluiten
Geeft een patiënt duidelijk aan voor euthanasie te kiezen, dan dient hij goed geïnformeerd te worden én dit te bespreken met de behandelende arts. Ook daar ligt een belangrijke rol bij de verpleegkundige, zo stelt de richtlijn.
Veerle Coupez: ‘De verpleegkundige levert een aanzienlijke bijdrage door de vraag, met toestemming van de patiënt, te signaleren en eventueel het gesprek te faciliteren. Zorg ervoor dat je je verslag over de vraag van de patiënt opneemt in het patiëntendossier dat gedeeld wordt met het behandelend team. Ook bij de besluitvorming in het multidisciplinaire team hebben verpleegkundigen een cruciale rol, omdat ze dicht bij de patiënt en de familie staan.’
Koudwatervrees en gewetensbezwaren
En wat als je als verpleegkundige van jezelf vindt dat je onvoldoende kennis hebt om een euthanasievraag te signaleren of uit te klaren? ‘In dat geval kan je doorverwijzen naar verpleegkundigen met meer expertise, zoals collega’s met ervaring in vroegtijdige zorgplanning of palliatieve zorgen,’ legt Coupez uit.
‘In de huidige opleidingen verpleegkunde wordt, op het vlak van gezondheidsrecht, aandacht besteed aan deze materie, zodat verpleegkundigen over een zekere basiskennis over euthanasie beschikken. Toch merk ik dat er vaak nog een soort koudwatervrees is voor deze gesprekken. Verpleegkundigen hebben de neiging om hun competenties hiervoor te onderschatten.’
Ook gewetensbezwaren zijn niet ongebruikelijk. ‘Euthanasie behoort niet tot het normale medisch handelen. Niet elke verpleegkundige wenst deel te nemen aan een euthanasietraject. Wanneer je zelf niet betrokken kan of wil zijn, kun je het beste doorverwijzen naar andere collega’s binnen het team.’
Multidisciplinaire besluitvorming
De richtlijn spreekt zich tot slot uit voor een multidisciplinaire aanpak van euthanasie. ‘Dit verhoogt de kwaliteit van de besluitvorming,’ aldus Coupez. ‘In dit multidisciplinaire team hebben verpleegkundigen een belangrijke rol te vervullen, omdat ze dicht bij de patiënt en diens familie staan. Daardoor kunnen zij de patiënt goed vertegenwoordigen.’
De geactualiseerde Vlaamse richtlijn Euthanasie kun je hier nalezen.
Wat mag een verpleegkundige wel én niet doen bij euthanasie?
WEL:
- De euthanasievraag signaleren bij het multidisciplinaire team (met toestemming van de patiënt)
- Het gesprek met de behandelende arts begeleiden en documenteren
- Voorbereidende handelingen, in samenspraak met de arts:
-
- De lethale producten voorbereiden en oplossen
- Het infuus plaatsen bij de patiënt
- De patiënt vooraf een licht sedativum toedienen
NIET:
- De beslissing tot uitvoering van euthanasie nemenDe lethale producten toedienen