FFP1, FFP2, chirurgische mondneusmaskers: ze bestaan in allerlei soorten en maten en werken op een andere manier. Wat zijn de verschillen en hoe gebruik je elk masker correct?
Covid-19 verspreidt zich via fijne druppeltjes en aerosols in de lucht. De isolatiemaatregelen tegen deze manieren van virusoverdracht zijn ‘druppelisolatie’ en ‘luchtisolatie’. Per isolatievorm worden verschillende beschermingsmiddelen gebruikt. Bij luchtisolatie of aerogene isolatie draag je een FFP2-mondneusmasker, bij druppelisolatie een FFP1-mondneusmasker.
Wat is het verschil tussen FFP1-, FFP2-, en FFP3-mondneusmaskers?
FFP staat voor Filtering Face Piece. De FFP-maskers behoren tot de categorie ademhalingsbeschermingsmaskers, ze filteren de ingeademde lucht en zijn ontworpen om goed af te sluiten aan de randen. Het toegevoegde getal (FFP 1, 2 of 3) drukt uit hoe sterk de ingeademde lucht wordt gefilterd. Hoe hoger het getal, hoe meer bescherming. In de zorg wordt vooral gebruikgemaakt van FFP1- en FFP2-maskers. De maskers hebben de opschriften FFP1 (minimaal 80% van de deeltjes wordt tegengehouden), FFP2 (94%) of FFP3 (99%). De FFP-maskers moeten voldoen aan de Europese richtlijn Persoonlijke Beschermingsmiddelen en aan NEN-EN 149+A1.
FFP1-mondneusmasker
Een FFP1 masker draag je als er grote druppels vrijkomen bij praten, hoesten en dergelijke, zoals bijvoorbeeld bij luchtwegeninfecties of influenza. Ze zijn geschikt om te gebruiken bij druppelisolatie.
FFP2-mondneusmasker
Voor verzorging van covid-19 patiënten genieten de FFP2-maskers de voorkeur. Ze hebben een hoge filtercapaciteit van 95% en sluiten goed aan op het gelaat waardoor de in- en uitgaande lucht voldoende gefilterd wordt. Ze zijn geschikt voor aerogene isolatie.
FFP2-maskers kunnen verschillende vormen hebben, cupvormig of de ‘eendenbek’.
FFP3-mondneusmasker
FFP3-maskers filteren het beste (99%), maar ze maken de ademhaling lastig. Daarom hebben deze maskers vaak een uitademventiel. In de context van covid-19 is dit echter niet gewenst. Met het uitademventiel kan de ‘altijd potentieel besmettelijke’ verpleegkundige immers virus uitstoten en een patiënt of collega’s besmetten.
Chirurgisch mondneusmasker
Chirurgische mondmaskers zijn medische hulpmiddelen die je draagt tijdens het verzorgen en behandelen van patiënten en cliënten. Een chirurgisch mondneusmasker heeft als doel om de uitgeademde lucht te filteren en de omgeving van de drager te beschermen tegen druppels die ontstaan bij spreken, hoesten en niezen. Als het erom gaat anderen niet te besmetten zijn chirurgische maskers een goede keuze. Omdat het geen ademhalingsbeschermingsmaskers zijn, zijn ze niet geschikt voor de verzorging van covid-19-patiënten.
Type I-maskers bieden de laagste mate van bescherming en worden dus alleen gebruikt bij een laag risico. Ze werken enkel als bescherming tegen het besmetten van anderen. Ze hebben een BFE (bacterie filter efficiency) van minimaal 95% en zijn niet spatresistent.
Type II-mondmaskers hebben een BFE van minstens 98%, maar zijn niet spatresistent.
Type IIR-maskers geven ook bescherming tegen ingeademde druppels en gedeeltelijk tegen aerosolen. Dit type masker is spatresistent. Toch zijn ze minder effectief voor de bescherming van de zorgverlener tegen virussen van buitenaf omdat ze minder goed aansluiten op het gezicht dan FFP-mondmaskers.
De chirurgische mondneusmaskers vallen onder de Europese richtlijn Medische Hulpmiddelen en moeten voldoen aan de NEN-EN 14683 norm. Op de verpakking moet staan dat het om een mondmasker voor medisch gebruik gaat.