Wat is de impact van de COVID-19 pandemie op de mentale gezondheid van verpleegkundigen binnen de ziekenhuizen, 1 tot 2 jaar na COVID-19? Een vraag die élke verpleegkundige aan gaat. Nele Vanermen onderzocht hem voor haar bachelorproef.
Tekst: Manon Kluten
Wat was de aanleiding voor jouw onderzoek?
“Net zoals voor iedereen was covid voor mij in eerste instantie negatief. Doordat ik ook op andere diensten moest werken zoals op intensieve zorgen, merkte ik dat ik kennis en informatie miste om mijn werk goed te kunnen doen. Bovendien zag ik de grote mentale impact van covid op mijn collega’s. Ik begon me af te vragen of het feit dat veel collega’s vertrokken, daarmee te maken had. Net door covid ben ik mijn bacheloropleiding gaan doen: ik wilde de mentale schade in kaart brengen, om te kijken hoe we beter kunnen omgaan met toekomstige grote gezondheidsproblemen. Zo kon ik een negatief gegeven, toch een positieve toets geven.”
Wat kon je concluderen op basis van je literatuurstudie?
“Mijn eigen ervaring werd bevestigd: veel verpleegkundigen vonden het mentaal zwaar om te werken op andere afdelingen. Teams werden uit elkaar gerukt, en je krijgt wel instructies, maar eigenlijk voer je dan ook taken uit die je niet kent. Dat is moeilijk, want je bent bang om fouten te maken, je moet vertrouwen op jezelf en op nieuwe collega’s én je moet zorgen voor patiënten waarvan je de pathologie niet of niet goed kent. Er kwamen dus veel uitdagingen samen. Wat er ook mee voor heeft gezorgd dat mensen hun job niet meer wilden doen en vertrokken.”
Wat viel je vooral op tijdens je onderzoek?
“Dat dit probleem wereldwijd speelde. Ik dacht dat het enkel bij ons gebeurde. Ook de demografische verschillen vielen op: het waren vooral de jongere verpleegkundigen die net waren afgestudeerd of niet langer dan zes jaar werkten, die het het zwaarst hadden. Er werd vanuit gegaan dat wij als jonge net afgestudeerde medewerkers, nog de meeste theoretische kennis hadden. Daardoor kregen we veel verantwoordelijkheden. Maar die aanname klopt niet per definitie en heeft ervoor gezorgd dat veel jongere verpleegkundigen één à twee jaar na covid nog altijd last hebben van angst en die grote verantwoordelijkheid. Het zijn ook vooral de jonge mensen die de job verlaten.”
Wat zou er gedaan kunnen worden aan dit personeelsverloop?
“Het is een beperking in de literatuurstudie dat de mensen die vertrokken zijn, nooit bevraagd werden. Er is enkel stilgestaan bij de oorzaken van de mentale impact van covid. Ik heb zelfs niet gevonden hoeveel mensen er uiteindelijk vertrokken of van job veranderd zijn. En juist dat gegeven is interessant om verder te onderzoeken en te bekijken welke oplossingen er mogelijk zijn om mensen te behouden.”
Was de mentale impact van covid de grootste oorzaak voor dit personeelsverloop?
“Het is zeker niet de enige oorzaak, ook organisatorische factoren speelden mee. Zoals de niet altijd correcte verloning, maar vooral ook het tekort aan psychologische ondersteuning vanuit de ziekenhuizen. Iets dat ook uit de literatuur naar voren kwam. Al komt daar heb ik zelf het idee, nu wel meer verandering in. Bovendien is het zo dat er nu, twee jaar na de uitbraak, nog steeds covidpatiënten in het ziekenhuis liggen. En dat verpleegkundigen mede daardoor nog steeds heel hard moeten werken en vaak overuren draaien.”
Wat zou er beter of anders op de werkvloer kunnen?
“Meer psychologische ondersteuning op de werkplek met meer aanspreekpunten, is een belangrijke aanbeveling. Maar ook dat er meer mogelijkheden zijn om minder uren te werken om zo het werk beter over meer mensen te kunnen verdelen. En dat niet altijd dezelfde werkkrachten eropuit worden gestuurd om te helpen op andere diensten. Maar mijn grootste aanbeveling is toch om de mensen die vertrokken zijn, te bevragen zodat je daar in de toekomst beter op kan inspelen. En mensen die net willen blijven, te bevragen wat juist maakt dat ze blijven.”
Wat kunnen verpleegkundigen zelf doen?
“Door covid heb ik gemerkt dat mensen in het algemeen meer praten over hun mentale situatie. Onder collega’s mag daar zeker meer aandacht voor zijn. Vraag elkaar hoe het gaat en dúrf erover te praten. Laat het niet zover komen dat het je te veel wordt. Ook vind ik dat de mentaliteit dat het een ‘schande’ zou zijn als je niet voltijds werkt, moet verdwijnen. Dat als het je te veel is om honderd procent te werken, je dat moet kunnen aangeven. Én dat het mogelijk moet zijn dat als je wordt gevraagd om uit te gaan helpen op een dienst waar je je niet goed en veilig voelt, je het ook moet kunnen uitspreken als je dat niet ziet zitten. Kies dus ook voor jezelf. Want je kan niet voor iemand anders zorgen als je niet goed voor jezelf zorgt.”
Onderzoeksvraag: “Wat is de impact van de COVID-19 pandemie op de mentale gezondheid van de verpleegkundigen binnen de ziekenhuizen, 1 tot 2 jaar na COVID-19?
Het onderzoek is verricht door: Nele Vanermen (26) uit Hélécine. Nele werkt als verpleegkundige op een operatiezaal in campus Gasthuisberg in Leuven.
Opleiding: Bachelor Verpleegkunde, Thomas More Hogeschool Mechelen.
Onderzoek afgerond: Januari 2023
Het eindwerk
* Probleem
Door de mentale impact van covid in ziekenhuizen, hebben veel verpleegkundigen besloten te stoppen met of te veranderen van job. Ten tijde van covid werden teams uit elkaar gehaald, moesten onbekende taken uitgevoerd worden, met veel angst voor fouten, onzekerheid en stress als resultaat.
* Bevinding
Door het idee dat vooral jongere verpleegkundigen over veel recente theoretische kennis beschikken, kregen zij bijzonder veel verantwoordelijkheden en was er vooral bij hen een groter verloop. Het bevragen van waarom verpleegkundigen vertrokken, is nodig maar nooit gebeurd.
* Aanbeveling
Meer psychologische ondersteuning vanuit het ziekenhuis is gewenst. Verpleegkundigen doen er goed aan over hun mentale uitdagingen met collega’s te praten. Het durven aangeven dat je je niet prettig voelt op een vreemde dienst én het vragen om minder uren te kunnen werken, helpt voor een betere zelfzorg.