Marnix De Pree is 34 en adjunct-hoofdverpleegkundige op de Cardiac Care Unit van het UZ in Brussel. Ook deze boomlange Nederlander krijgt te maken met agressie op de werkvloer. In deze barre tijden probeert hij juist de medemenselijkheid te bewaren.
Geen enkele zorgverlener in het ziekenhuis ontkomt eraan: patiënten en bezoekers die een korter lontje hebben. De meeste mensen zijn gelukkig mee met alle coronamaatregelen, maar een paar keer per week hebben we er kleine of grote discussies over. ‘Ja, een mondmasker is verplicht’, ‘Nee helaas kunnen we voor u geen uitzondering maken; met 3 mensen op bezoek komen is tegen de regels’; ‘als bezoeker dient u een geldig CST te hebben, een zelftest is niet voldoende’.
Hoewel het niet altijd even makkelijk is, probeer ik me in de patiënt of zijn naasten te verplaatsen. Er is veel angst rond deze grillige ziekte, maar ook soms ongeloof of ontkenning. Het is dan een hele uitdaging om met elkaar te praten en in dialoog te blijven. Daarbij staat de menselijkheid voorop. Natuurlijk zijn er regels die we moeten volgen, maar we blijven observeren wie we voor ons hebben.
Zo kwam ik laatst een kamer binnen waar een meneer (90 jaar) op bezoek was bij zijn vrouw (85 jaar). Hij zat zonder mondmasker naast het bed, hand in hand met zijn echtgenoot. Wanneer ik hem op de mondmaskerplicht wijs, graait hij tussen de lakens, een beetje nerveus. Hij verontschuldigt zich, vindt zijn masker zo snel niet terug. Ik ga er snel eentje voor hem halen.
Wanneer ik met een masker terug de kamer inloop, zwaait hij opgelucht met zijn eigen masker. Gevonden! Mijn hart breekt wanneer ik hem zo zie zitten. Hij is van goeie wil en heeft het moeilijk om zijn vrouw zo ziek te zien. Ik weet dat bezoek krijgen een positief effect heeft op onze patiënten. Ik hoop dat mevrouw een beetje opkikkert van het bezoek van haar man.