‘Wanneer mag je terugvechten?’ Een delicate vraag die leeft bij verpleegkundigen over het thema ‘agressie’. Agressietrainer Mathilde Bos geeft antwoord op deze en nog heel wat andere vragen.|’Wanneer mag je terugvechten?’ Een delicate vraag die leeft bij verpleegkundigen over het thema ‘agressie’. Agressietrainer Mathilde Bos geeft antwoord op deze en nog heel wat andere vragen.
-
Hoe kun je het beste handelen als een patiënt met gevaarlijke voorwerpen gooit?
Mathilde Bos: ‘Safety first. Breng iedereen in veiligheid en vraag assistentie. Als je voldoende mensen hebt, ga dan het gesprek aan met de patiënt en haal hem uit de situatie. Het is mogelijk dat er een collega is die zo’n goede band met de cliënt heeft dat hij of zij nooit iets naar haar hoofd gegooid zou krijgen. Diegene kan naar hem toe gaan en vragen ‘wat is er aan de hand, vertel het eens’. Dat werkt de-escalerend.’
-
Wat kunnen consequenties zijn van een patiënt die dreigementen uitspreekt? Moet je deze regels als zorgverlener kennen en direct kunnen toepassen?
‘Het is goed om te weten dat je dreigementen niet moet accepteren en direct begrenzen. Dreigementen worden over het algemeen bewust (koelbloedig) ingezet om iets voor elkaar te krijgen (instrumentele agressie). Wees dan standvastig en geef niet toe.’
-
Ik werk in de psychogeriatrie, waar ik regelmatig te maken heb met fysieke en verbale agressie. Het is inmiddels ‘gewoon’ geworden. De bewoners begrijpen hun eigen gedrag niet, maar waar ligt de grens van wat wij als team aan agressie moeten ondergaan?
‘De grens ligt bij je eigen veiligheid. Jij moet veilig kunnen werken en als dat niet lukt met één zorgverlener, begeleid dan de cliënt met twee mensen. Bedenk wel dat de agressie bij deze groep nooit instrumenteel is. Meebewegen en afleiden zijn belangrijk. Kijk vooral ook wat de oorzaak kan zijn van dit gedrag. Agressie is soms de enige manier waarop een patiënt nog kan laten merken dat er iets dwars zit.’
-
Hoe ga je om met verbale agressie bij cliënten met een verstandelijke beperking die thuis wonen?
‘Dat hangt ervan af of het frustratie-agressie of isntrumentele agressie is. Bij frustratie-agressie kan je de cliënt laten uitrazen. Het zal stoppen zodra de emotie erkend is. Bij instrumentele agressie ligt het anders, die moet je begrenzen. Soms weet je het niet precies en moet je toch eerst laten uitrazen. Als het ene niet werkt, probeer dan het andere.
-
Ik vind het soms moeilijk om gecontroleerd te reageren als ik weer eens word uitgescholden. Hoe kan ik mijn impulsiviteit beteugelen?
‘Dit moet je echt leren als professional. Maak hier bewust stappen in. Ken allereerst jezelf, wat werkt er bij jou als een rode lap op een stier? Onderzoek dus je eigen gevoeligheden (en geef hiervan niet de patiënt de schuld). Hoe kan jij leren om “tot 10 te tellen”? Het kan helpen als je vaardiger wordt in het omgaan met agressie. Als je weet dat je bij frustratie-agressie begrip moet tonen en liefst ook de patiënt gelijk moet geven dan voelt het heel anders dan wanneer je de strijd aangaat en niet wilt verliezen.’
-
Zelf ben ik mij steeds bewust van mijn fysieke kwetsbaarheid, want ik heb een bril (min 9). Als die wordt geraakt, heb ik een groot probleem. Hoe kan ik deze gevoeligheid minder een rol laten spelen?
‘Goed dat je weet waarom je je kwetsbaar voelt en dit ook voor jezelf erkent. Het kan helpen om een noodscenario te bedenken. Bijvoorbeeld ‘als mijn bril wordt geraakt dan druk ik op de alarmknop’. Het gebeurt waarschijnlijk nooit, maar je voelt je zekerder wanneer je een plannetje klaar hebt voor wanneer het wél zou gebeuren. Volg ook een weerbaarheidstraining.’
-
Wanneer is het volgens jullie geoorloofd om terug te vechten? Ik denk dan aan een situatie waarin je eigen veiligheid echt in gevaar is, en de agressie van de ander niet afneemt met de besproken methodes.
‘Je mag agressie gebruiken als je in gevaar bent en geen andere keus hebt. Het heeft mijn voorkeur dat je leert om de ander veilig uit te schakelen, juist om te voorkomen dat je agressie moet gebruiken.’
-
We zijn ons allen wel bewust van onze fysieke weerbaarheid, en de meerwaarde ervan om dit te trainen. Maar wat is het belang van mentale weerbaarheid ten opzichte van agressieve patiënten?
‘Je mentale weerbaarheid is bijna allesbepalend. Die bepaalt hoe je in een incident staat en wat je (letterlijk of figuurlijk) raakt. Het valt me wel op dat hulpverleners die zich fysiek kunnen redden ook mentaal vaak stabieler zijn omdat ze weten dat ze zich kunnen redden als het nodig is.’