
Tekst: Katrien Bonne
Waarom nam je deel aan Een Echte job?
‘Onlangs had ik thuisverpleging nodig. Op mijn vraag of ik iets terug kon doen kwam het uitdrukkelijke verzoek om waar mogelijk op radio of TV de zorg wat vaker in de bloemetjes te zetten. Daarnaast was er nog een extra motivatie om volmondig ja te zeggen: Rob, een goede vriend van mij, kreeg jaren geleden een zwaar verkeersongeval.
Stappen leert hij nog elke dag en misschien kan hij wel nooit meer spreken. Ik was dankbaar dat ik op de dienst Revalidatie mijn steentje mocht bijdragen: zo kon ik mij beter inleven in het traject dat Rob het voorbije decennium heeft afgelegd.’
Hoe verliep de opleiding?
‘Ik was nooit een goede student, maar de week theorie voorafgaand aan de stage en de thuisstudie kregen direct mijn volle aandacht. Je werkt tenslotte met mensen, dat mag niet misgaan. Bovendien voer je handelingen zoals wassen, wondverzorging e.d. uit op patiënten die zich in de meest kwetsbare positie bevinden, wat het eens zo delicaat maakt.
“De drang om geen fouten te maken was altijd opnieuw de motor”
Ik had nooit verwacht zelf injecties te mogen geven, maar kijk: dat ging verrassend goed, ik heb zo’n 20tal spuiten gezet. De drang om geen fouten te maken was altijd opnieuw de motor.’
Meedraaien op een ziekenhuisafdeling is niet evident. Wat heeft jou het meest verrast?
‘Alles. Het enorme takenpakket, de vele implicaties van dagdagelijkse zorg. Verpleegkundigen torsen een zware werklast, nog eens gecompliceerd door het feit dat elke patiënt volstrekt anders is. Iedere handeling wordt gepersonaliseerd, van bandwerk is absoluut geen sprake. En weet je: ik heb altijd veel gefitnest, maar als ik de labeur zie die verpleegkundigen verrichten, zoveel zwaarder nog dan de strafste work-out…
Techniek is daar alles. Het tillen of verleggen van een patiënt in bed, rekening houdend met elke wonde, elke aandoening: begin er maar aan. Zij doen het, met ogenschijnlijk gemak en precisie.’
‘Zeer fijn. Een hechte bende, ik vergeleek hen graag met een warm bad waarin ik 2 weken mocht ronddobberen. En niemand die ooit morde over de povere verloning, wat alleen maar getuigt van hun hart voor de job. Als er al frustraties opborrelden, dan toch vooral over het gebrek aan middelen en omkadering. Dus alsjeblief: geef die mensen meer ondersteuning, meer armslag, verhoog de status van deze job. Het is één van de mooiste ter wereld.’ Eenvoudige dingen, die wij achteloos laten passeren omdat ze zo vanzelfsprekend zijn. De eerste twee dagen reed ik huilend naar huis. Want je komt nietsvermoedend een kamer binnen en daar ligt iemand, totaal verlamd. Met aan de muur, de snapshots uit zijn leven: aan het feesten, op reis, bij vrienden… Dat hakte er in. Na 2 dagen heb ik de knop omgedraaid. Vanaf dan kwam ik naar het werk met de absolute wil om de tijd voor die mensen daar zo aangenaam mogelijk te maken. Geef hen warmte en betrokkenheid, en je krijgt dat in drievoud terug. Ik had ook de eer iemand te ontmoeten die net uit coma was ontwaakt. Elke dag had zijn vrouw aan zijn bed postgevat, wat hem de moed had gegeven om te blijven vechten. Sinds die ontmoeting is er het volle besef dat ik precies hetzelfde zou doen voor familie of vrienden. Want de impact, die is immens.’Hoe verliep het contact met de collega’s?
“De collega’s? Voor mij waren ze als een warm bad waarin ik 2 weken mocht ronddobberen”
Welke momenten blijven in jouw herinnering verankerd?
‘Ze waren talrijk. Op mijn afdeling raakte ik zwaar onder de indruk van de positieve ingesteldheid van de patiënten. Elke vooruitgang, hoe klein ook, kreeg er de allure van groot geluk. Op bepaald moment kwam Jos huilend de kamer binnen. Ik stond al klaar om te troosten, maar het bleken tranen van geluk: voor het eerst in anderhalf jaar was hij erin geslaagd zich alleen te douchen…