Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

De meest gebruikte laxantia: een overzicht

Zo’n 10-30% van de algemene bevolking krijgt op een gegeven moment te maken met obstipatie. Welke laxantia zijn er, hoe werken ze en wat zijn hun bijwerkingen?
Illustratie: Bernet Ragetli

Behandeling van obstipatie vindt normaal gesproken plaats via de huisarts. Deze bestaat altijd uit leefstijladviezen en daarnaast uit behandeling met laxantia, zoals:

– Vezelpreparaten (volumevergrotende middelen)

– Osmotische laxantia

– Contactlaxantia (stimulerende laxantia)

– Rectale medicatie (emolliëntia)

-Prucalopride

-Linaclotide

-Opioïdantagonisten

 

Vezelpreparaten

Volumevergrotende middelen zijn plantaardige vezels die bestaan uit polysacchariden die het colon intact bereiken. Daar vergroten ze de fecesmassa en bevorderen ze de darmperistaltiek.

Middel Werkzaam Inname/toediening Bijwerking Opmerking
Psylliumvezels

(Colofiber®, Spagulax®)

Binnen 3 dagen Zakjes: oplossen in een glas water, vruchtensap of melk, of mengen met voedsel zoals vla of yoghurt. Direct opdrinken of eten, daarna nog een glas vocht drinken. Winderigheid, buikpijn, misselijkheid, dehydratatie Minimaal 1,5 liter vocht per dag drinken, behalve als het gebruikt wordt bij prikkelbare darm syndroom met diarree.

Niet innemen vlak voor het slapengaan.

Sterculiagom (Normacol®) Binnen 3 dagen De korrels in de mond nemen, niet kauwen en doorslikken met een groot glas water. Of innemen met vla of yoghurt, gevolgd door een groot glas water. Vol gevoel, winderigheid, buikkrampen, misselijkheid, dehydratatie 1,5-2 liter vocht per dag drinken. Niet innemen vlak voor het slapengaan.
Osmotische laxantia

Osmotisch werkende laxantia worden slecht opgenomen in de darmen en trekken via osmose vocht naar de darminhoud. Dat maakt de feces zachter en stimuleert de darmperistaltiek.

Middel Werkzaam Inname/toediening Bijwerking Opmerking
Macrogol en macrogol/elektrolyten

(Forlax®,

Movicol® )

 

Na 24-48 uur (zodra middel het colon heeft bereikt) Zakjes met poeder oplossen in een glas water en opdrinken. Daarna een extra glas water drinken. Innemen 1-2 uur na andere medicatie voor optimale resorptie daarvan.

 

 

Als gevolg van uitzetten van feces: een opgeblazen gevoel in de bovenbuik, misselijkheid, diarree en buikpijn. Zeer veilig, zelden bijwerkingen

Verstoort nauwelijks de water- en elektrolytenbalans, waardoor gebruik ook is toegestaan bij nierfunctiestoornissen, levercirrose of matig hartfalen.

Lactulose

 

Duphalac® siroop of poeder

Na 1-2 dagen Innemen bij het ontbijt.

Siroop: onverdund of verdund met water, vruchtensap of yoghurt.

Poeder oplossen in een glas water.

De eerste dagen winderigheid, buikpijn, misselijkheid en braken. Laxerende werking ontstaat door osmose en verlaging van de pH in de darm (na afbraak door darmbacteriën tot onder andere melkzuur en azijnzuur).
 
Contactlaxantia

Contactlaxantia prikkelen de darmwand. Daardoor verminderen ze de water- en zoutresorptie en verhogen ze de uitscheiding hiervan. Dit bevordert de darmperistaltiek en maakt de feces zachter.

Middel Werkzaam Inname/toediening Bijwerking Opmerking
Bisacodyl (Dulcolax®) Tablet: na 6-12 uur.

Zetpil: binnen 20 minuten

Tabletten: innemen met een half glas water, zonder kauwen. Bij voorkeur ’s avonds.

Zetpil: inbrengen wanneer het uitkomt.

Soms buikkrampen, diarree of misselijkheid. Niet langer dan 3 dagen gebruiken, tenzij de arts anders adviseert.
Senna (Fuca®) Na 6 uur Dragees: innemen met een glas water, zonder te kauwen; max 2-3x/dag

(Laagst mogelijke dosis met gewenste effect)

 

Diarree, buikkrampen, buikpijn. Niet vaker dan 2-3 keer per week gebruiken en niet langer dan 2 weken.

De urine kan rood of bruin verkleuren, dit is onschuldig.

Picosulfaat

(Fructines®, Dulcolax picosulfaat®, Laxoberon®)

Na 6-12u Tabletten: innemen met een half glas water, zonder kauwen. Bij voorkeur ’s avonds.

Druppels: 10-20 druppels ‘s avonds

Soms buikkrampen, diarree of misselijkheid.

 

Niet langer dan 3 dagen gebruiken, tenzij de arts anders adviseert.

 

Emolliëntia

Emolliëntia worden rectaal toegediend. Ze verhogen het watergehalte van de feces door hun oppervlaktespanningverlagende eigenschappen (net zoals zeep vet oplost). Emolliëntia beïnvloeden ook direct de water-/zoutresorptie- en excretieprocessen in de darmwand.

Middel Werkzaam Inname/toediening Bijwerking Opmerking
Natriumfosfaat +

 

Cleen Enema®

Na ongeveer 15 minuten Rectaal klysma. Op elk tijdstip van de dag. Lichte buikkrampen. Vooral bij bedlegerige patiënten, onderzoeken, ingrepen of bevalling.

De patiënt in linkerzijligging plaatsen (indien mogelijk). Patiënt na inbrengen 5-10 minuten laten liggen.

Natriumdocusaat + glycerol

 

(Norgalax®, Laxavit®)

Na ongeveer 15 minuten Klein rectaal klysma. Op elk tijdstip van de dag. Buikpijn of buikkramp.
Natriumlaurylsulfoacetaat + natriumcitraat + sorbitol

(Microlax®)

Na ongeveer 15 minuten Klein rectaal klysma. Op elk tijdstip van de dag. Soms lichte irritatie van de anus.
Prucalopride

Prucalopride, een selectieve agonist ter hoogte van de 5-HT4-serotoninereceptoren in het colon; stimuleert de colonmotiliteit.

Middel Werkzaam Inname/toediening Bijwerking Opmerking
Prucalopride

(Resolor®)

1-2 dagen

Optimaal effect na 4 weken

 

Op elk moment van de dag; 1x/dag Hoofdpijn, misselijkheid, verminderde eetlust, buikpijn Voorschriftsplichtig

Niet bij zwangerschap/borstvoeding, weinig vergelijkend onderzoek met meer gekende laxantia

Linaclotide

Linaclotide, structureel verwant aan bepaalde bacteriële enterotoxines, heeft een laxerend effect.

Middel Werkzaam Inname/toediening Bijwerking Opmerking
Linaclotide

(Constella®)

 

1 week

Na 4 weken evaluatie

1 caps/dag, 30 minuten voor een maaltijd Soms ernstige diarree (met risico op verminderde resorptie van andere geneesmiddelen), misselijkheid, winderigheid

 

Voorschriftsplichtig

Bij constipatie door prikkelbaredarmsyndroom

Niet bij zwangerschap/borstvoeding, weinig vergelijkend onderzoek met meer gekende laxantia

 

 

Opioïdantagonisten

Opioïdantagonisten gaan obstipatie door opioïdengebruik tegen door zich te binden aan μ-opioïdreceptoren in het maagdarmkanaal. Ze beïnvloeden de pijnstillende effecten op het centraal zenuwstelsel niet.

Middel Werkzaam Inname/toediening Bijwerking Opmerking
Methylnaltrexon

 

Relistor®

Binnen 30-60 minuten. Werkingsduur ongeveer 4 uur. Subcutaan toedienen, minstens 4x per week, maximaal 1x per dag. Vaak buikpijn, misselijkheid en winderigheid.

Branderig of stekend gevoel op de plek van injectie

Bij een verminderde nierfunctie is dosisaanpassing nodig.

 

Wil jij niets meer missen van Nursing Vlaanderen? Schrijf je dan in voor onze gratis Nursing Vlaanderen nieuwsbrief en ontvang elke twee weken onze beste artikelen in jouw mailbox!

Inschrijven

Deze 4 soorten medicatie geven de meeste kans op obstipatie

 

Obstipatie kan uiteenlopende oorzaken hebben, waaronder medicatiegebruik. Dit zijn de middelen die het vaakst obstipatie veroorzaken.

 

1 Opioïden

Na starten met een opioïd, zoals fentanyl, morfine of oxycodon, komt vaak obstipatie voor. De dosis van het opioïd heeft geen invloed op het risico op obstipatie. Daarom wordt altijd geadviseerd tegelijk met een opioïd ook een laxans te starten (behalve bij peri- of postoperatief gebruik gedurende 3-5 dagen). Ook patiënten die al last hebben van diarree of een diarreeremmer gebruiken (bijvoorbeeld loperamide), hoeven niet preventief een laxans te gebruiken. Diarreeremmers kunnen wel preventief gestopt worden wanneer een patiënt start met opioïden.

Obstipatie bij deze middelen ontstaat doordat opioïden zich binden aan de μ-receptoren in de darmen. Dat zorgt voor meer opname van water en elektrolyten in de darmen en minder darmperistaltiek.

 

2 Tricyclische antidepressiva en andere anticholinerge middelen

Vooral tricyclische antidepressiva, maar ook andere anticholinerge middelen kunnen obstipatie veroorzaken. Denk aan antipsychotica (o.a. clozapine, olanzapine en quetiapine), middelen tegen urge-incontinentie (o.a. tolterodine en solifenacine), antiparkinsonmiddelen (biperideen en trihexyfenidyl) en bepaalde antihistaminica zoals hydroxyzine.

Deze middelen blokkeren ook acetylcholinereceptoren op andere dan de gewenste plekken in het lichaam. Bijvoorbeeld in de darmen, waar ze de darmperistaltiek remmen en zo obstipatie kunnen veroorzaken.

Ouderen zijn gevoeliger voor anticholinerge bijwerkingen, omdat de hoeveelheid acetylcholine bij hen is afgenomen. De kans op obstipatie neemt ook toe als meerdere geneesmiddelen met een anticholinerge werking worden gecombineerd.

 

3 IJzer-, calcium- en aluminiumzouten

IJzerpreparaten, zoals ferrofumaraat, geven bij veel patiënten verstopping. Dat komt omdat slechts een klein deel van het ijzer wordt opgenomen in het lichaam. Het achtergebleven ijzer in de darmen beïnvloedt de darmflora. Een veranderde darmflora kan leiden tot darmklachten.

Ook calciumverbindingen, zoals calciumcarbonaat, veroorzaken frequent obstipatie. Hetzelfde geldt voor aluminiumverbindingen zoals algeldraat.

Antacida (zuurremmers) met aluminiumverbindingen bevatten ook vaak magnesium, dat een laxerend effect heeft en de obstipatie juist weer opheft.

 

4 Calciumantagonisten

Obstipatie komt regelmatig voor als bijwerking van calciumantagonisten, zoals amlodipine, barnidipine, nifedipine en verapamil. Vooral het laatste middel leidt frequent tot obstipatie. Calciumantagonisten hebben een verslappend effect op het gladde spierweefsel. Verslapping van spieren in het maagdarmkanaal kan leiden tot gastro-intestinale bijwerkingen zoals obstipatie, maar bijvoorbeeld ook reflux.

 

Bronnen

Bouma M, Burgers J, Drost B, Den Elzen WPJ, Luchtman T, Oosterhuis WP, Woutersen-Koch H, Van Wijk M, NHG-standaard Anemie, 2021.

Timmermans J, Laxeren is maatwerk, Nursing april 2012.

 

Met dank aan apotheker Katleen Bontinck voor het nazicht en de aanvullingen.