Veel verpleegkundigen vinden klinisch redeneren nog altijd lastig. Met de zogenaamde Time-ouT methodiek wil Marc Bakker verpleegkundigen stimuleren om er ook op de werkplek zelf mee te oefenen. ‘Je moet als zorgprofessional altijd blijven nadenken over je eigen denken en handelen’
Veel verpleegkundigen doen hun werk zoals de meeste mensen autorijden: intuïtief, vertrouwend op de eigen ervaring, en zonder er al te veel bij stil te staan. Niemand gaat de weg op met een theorieboekje over de verkeersregels in de hand, want dan gebeuren er zeker ongelukken, moet de gedachte zijn. Daarbij moet het vaak snel-snel: een verpleegkundige heeft altijd haast, of denkt dat te hebben, en soms moet je natuurlijk ook in een split second een beslissing nemen in een ingewikkelde situatie.
En toch is het goed om stil te staan bij wat je eigenlijk aan het doen bent, denkt Marc Bakker, dé autoriteit op het gebied van klinisch redeneren voor verpleegkundigen. Want dat is precies waar klinisch redeneren over gaat: je hoofd gebruiken, nadenken bij wat je doet, en niet alleen maar afgaan op je verpleegkundige-instinct. ‘Verpleegkundigen zeggen vaak dat ze er in de dagelijkse praktijk geen tijd voor hebben,’ zegt Bakker. ‘Maar het hoort in mijn visie gewoon bij het vak: je moet als zorgprofessional altijd blijven nadenken over je eigen denken en handelen. Doe ik het goed? Wat kan ik hier van leren?’
Klinische toestand
Toch vinden verpleegkundigen klinisch redeneren vaak lastig, en niet alleen omdat ze denken dat de tijd ervoor ontbreekt. Velen menen ook dat ze zich hiermee op het terrein van de arts begeven. Maar dat is onzin, denkt Bakker. ‘De patiënt heeft verreweg de meeste tijd te maken met de verpleegkundige, niet met de arts. Het is de verpleegkundige die van dag tot dag de klinische toestand van de patiënt bewaakt. Hoe gaat het met hem? Wordt hij zieker of juist minder ziek, hoe gaat het psychosociaal? Om de toestand van de patiënt op een goede, onderbouwde manier te beoordelen en te bespreken met de arts moet je klinisch kunnen redeneren. Dat wil zeggen: observeren, analyseren en communiceren.’