De casus
Op de afdeling neurologie, was er – zoals tegenwoordig wel vaker voorkomt – een personeelstekort. De hoofdverpleegkundige belde een aantal mensen op met de vraag om in te springen voor de avondshift. Steven en Nancy* zegden toe.
De twee hadden al enige tijd niet samengewerkt en waren blij elkaar terug te zien. Nancy had Steven weken eerder verteld over haar persoonlijke situatie: ze zat midden in een scheiding en had financiële stress. Nancy greep de kans op extra diensturen aan om haar gedachten af te leiden en om een centje extra te verdienen.
Tijdens hun gezamenlijke dienst rook Steven een alcoholgeur bij zijn collega. Hij merkte ook dat ze minder alert reageerde. Nancy leek verzonken in gedachten en maakte een fout bij de bedeling van medicatie. Toen Steven haar hierover aansprak, reageerde ze verbolgen en ontkende ze dat ze iets had gedronken. Ze was gewoon moe, zei ze.
Allen bijeen verliep de shift zonder grote problemen, maar Steven voelde zich verantwoordelijk om mee te waken over haar patiënten. Had hij zijn vermoeden moeten melden aan hun leidinggevende?
Uitdieping
Volgens de welzijnswet moeten werkgevers een beleid hebben rond middelengebruik op het werk. Alcoholgebruik op de werkvloer kan leiden tot ontslag om dringende reden, met name wanneer de persoon (herhaaldelijk) dusdanig dronken is dat diegene geen bestendige controle heeft over zijn handelingen en daardoor een gevaar vormt.
Aangezien verpleegkundigen een risicoberoep uitvoeren, lijkt een strenge aanpak verantwoord. Zorghandelingen onder invloed zijn bijzonder risicovol voor de veiligheid en gezondheid van patiënten en collega’s. Toch is de aanpak in deze casus niet eenduidig.
In Nancy’s geval is er namelijk geen sprake van (herhaald) dronken functioneren. Ze was minder alert, maar dat hield geen groot gevaar in, mede omdat Steven de kwaliteit van haar werk mee bewaakte. Dat Nancy onder invloed was, is ook maar een vermoeden. Ze zou een alcoholtest moeten ondergaan om zekerheid te hebben, iets wat via de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer of werkgever dient te gebeuren. Door hiervoor contact op te nemen met de leidinggevende kan een vertrouwensbreuk ontstaan tussen Steven en Nancy.
Door de situatie te melden aan de leidinggevende, riskeert Steven Nancy vals te beschuldigen. Mocht daarentegen blijken dat Nancy wel gedronken heeft, dan bestaat het gevaar dat de leidinggevende haar hard aanpakt. Je kunt je afvragen hoe we ons best opstellen tegenover collega’s die moeilijker functioneren omwille van privéproblemen. Misschien heeft diegene juist meer ondersteuning en veiligheid op het werk nodig om de andere problemen te kunnen overwinnen? Opvallend is ook dat onze maatschappelijke reactie op alcoholgebruik niet altijd in proportie is met ander middelengebruik. Het gebruik van bijvoorbeeld kalmeermiddelen, die ook een invloed kunnen hebben op ons functioneren, om een moeilijke periode door te komen blijft vaak onder de radar en wordt meer getolereerd. Binnen een zorgcontext staat goede zorg voor en veiligheid van patiënten centraal. Daarover kan geen discussie bestaan. Wanneer het functioneren van een verpleegkundige verstoord wordt door gebruik van om het even welk middel (alcohol, drugs of verdovende middelen), dan valt het niet te verantwoorden dat diegene zijn werkzaamheden aanvat of voortzet. Deze boodschap moet steeds klaar en duidelijk zijn voor alle collega’s en kan in een teamoverleg aan bod komen. Wanneer je, zoals in deze casus, ineens geconfronteerd wordt met een vermoeden van middelenmisbruik, is de eerste vraag: is die persoon in staat om veilig te werken? Daarnaast is er de bezorgdheid of de persoon hulp en ondersteuning nodig heeft om de persoonlijke moeilijkheden te hanteren. Heeft Steven zijn twijfels hierover voldoende kunnen delen met Nancy? Kreeg zij de kans om zelf haar verantwoordelijkheid op te nemen (en zich te laten verzorgen tot ze wel weer veilig kon werken)? Als die dingen niet lukken, is het aan de leidinggevende om daarbij te helpen. De insteek hierbij is er best één van zorgzaamheid, niet van bestraffing. * De namen van de verpleegkundigen zijn gefingeerd.Ter overweging
Het advies