De uitrol van IFIC verliep niet geheel rimpelloos. Het is de vraag of IFIC na de tweede fase voortaan zijn ambities waar maakt en alle verpleegkundigen dezelfde loonvoorwaarden krijgen.
Bij de eerste bescheiden implementatie van IFIC in 2018 en de tweede fase in 2021 werd al snel duidelijk dat niet alle (sub)groepen dezelfde loonstijging mochten verwachten. Ook werd een aantal specialisaties niet of nauwelijks gevaloriseerd. Perfusionisten kregen bijvoorbeeld geen erkenning als specialisatie, met het gevaar dat dergelijke specialismen in de toekomst aan populariteit kunnen inboeten.
Enveloppe van 43 miljoen
Alle bestaande anomalieën werden in 2021 in kaart gebracht en in september aan het kabinet Vandenbroucke overhandigd. Twee taskforces om de zorgfuncties uit te werken zagen het licht: één voor de basisverpleegkunde en één voor de meer gespecialiseerde opleidingen. Aansluitend bleef het dossier zes maanden lang in de koelkast liggen.
Erkende specialisaties zullen 43 miljoen euro krijgen in de vorm van een extra enveloppe
Ten lange leste voerde minister Vandenbroucke de forcing: eind januari werd taskforce 1 afgeklopt, voor de tweede vond men voorlopig geen consensus. Concreet: alle verpleegkundigen met een erkende specialisatie krijgen 43 miljoen euro in de vorm van een extra enveloppe.
Bij de BBT – oncologie, geriatrie, pediatrie-neonatologie, psychiatrie, spoed-intensieve zorgen, en peri-operatieve zorgen – gaat het om 2.500 euro bruto extra op jaarbasis. Bij de BBK – geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie, geriatrie, diabetologie en palliatieve zorg – om 833 euro bruto extra. Het KB daarover krijgt vermoedelijk dit voorjaar zijn beslag, waarna de premies vanaf 1 januari 2022 met terugwerkende kracht zullen worden uitgekeerd.
Afgeschafte premies
Dat de specialisaties bij verpleegkundigen in de nieuwe barema’s niet of nauwelijks werden gehonoreerd, stuitte van bij het begin op heel wat kritiek. De bestaande premies aan verpleegkundigen met een BBT en BBK schafte IFIC immers simpelweg af.