Anita Fleerackers (59) is oncocoach in het Imeldaziekenhuis en begeleidt als vrijwilliger ook weekends en vakantiekampen voor jongeren met kanker.
Wie zijn de jonge mensen die meegaan op kamp?
‘Het is een groep van ongeveer 25 jonge mensen van 17 tot 35 jaar. Op zich een divers publiek, maar allemaal hebben ze op een bepaald moment een kankerdiagnose gekregen. Ze zijn nog in behandeling of ze hebben net hun behandeling achter de rug. Soms hebben ze dus nog last van zware nevenwerkingen, maar daarvoor is er voldoende begeleiding: een drietal verpleegkundigen en nog eens drie extra vrijwilligers. We zorgen voor activiteiten waaraan iedereen kan deelnemen, iedereen op zijn eigen tempo. We krijgen ook ondersteuning van een oncoloog en natuurlijk nemen we de telefoonnummers van de behandelende artsen mee, voor in geval van nood.’
Waarom organiseren jullie aparte uitstappen en kampen voor die leeftijdscategorie?
‘Vroeger bestonden er helemaal geen specifieke activiteiten voor hen, maar we merkten dat daar wel nood aan was. Isolement is voor hen een groot probleem. Vaak verliezen ze het contact met vrienden doordat ze fysiek niet meer mee kunnen. In het begin gaat het nog, maar na een tijd verwateren de meeste vriendschappen. Ook het netwerk op school of op het werk valt weg, en sociaal contact leggen met anderen wordt moeilijker. Onderling lukt dat veel beter: ze hebben te maken met dezelfde problemen zodat ze elkaar snel begrijpen zonder veel woorden.’
Met welke specifieke problemen krijgen ze te maken?
‘Naast het sociale isolement duiken er voor jongere mensen meteen na de diagnose heel wat vragen op. Zo moeten jonge vrouwen bijvoorbeeld beslissen of ze hun eicellen laten invriezen. Ook het verdere verloop van hun carrière of hun studies wordt in één klap heel onzeker. Het is nu eenmaal een leeftijd waarop je normaal gezien veel cruciale stappen zet op alle vlakken, en de ziekte heeft een grote impact op alles. Heel mooi is dat de jongeren via de klankbordgroep ‘AYA Movement’ van Kom op tegen Kanker ook zelf ijveren voor meer aandacht voor hun specifieke noden op het vlak van zorg, studies, werk en psychosociale begeleiding. Daardoor kunnen ze nu bijvoorbeeld een aangepast leerplan aanvragen.’