Ook voor verpleegkundige en voormalige communicatietrainer Margriet waren stages soms verwarrende of ronduit moeilijke ervaringen. Een doorleefde hart onder de riem aan het adres van stagiairs.
Illustratie: Maureen Wattenbergh
We zitten er weer middenin. Vrienden, familie, collega’s halen opgelucht adem, want hun studerende kinderen ‘zijn er weer door dit jaar’. In de meeste gevallen betekent dit dat hun kinderen gaan genieten van een welverdiende vakantie alvorens in september de draad weer op te pakken. Maar, soms hoor je toch ook dat kinderen willen afhaken. Het is te zwaar, te theoretisch, de materie toch niet interessant of…. ‘de stages verlopen niet goed’.
Ik denk dan direct terug aan mijn studie verpleegkunde, die ik vorig jaar afrondde.
Als je hier op je 54e aan begint, ben je waarschijnlijk een stuk gemotiveerder dan de gemiddelde student en ben je er zeer doordacht aan begonnen. En toch deden mijn stages mij af en toe wankelen in mijn keuze. Wilde ik over een paar jaar wel met deze mensen samenwerken?
Ik durf niet te tellen hoeveel huilende medestudenten ik heb getroost, hoe vaak ik discussies heb gehad met stagebegeleiders en -mentoren over de evaluaties en beoordelingen. En… hoe vaak ik thuis mijn hart moest luchten na een zware stagedag.
Niet zwaar omwille van het werk, maar zwaar omdat je constant op je tenen moet lopen. Kun je het als stagiair dan écht niet goed doen in sommige ziekenhuizen?