Volgens Hugo zijn verpleegkundigen prima in staat om mee te denken over een exit-strategie uit de pandemie. Hij wenst een open, respectvol gesprek over zin en onzin van maatregelen in ziekenhuizen.
Een pandemie eindigt zelden met een officieel moment. Meestal is het de samenleving zelf die geleidelijk terugkeert naar het oude normaal. Beleidsmakers kunnen dan weinig anders dan volgen. Dat wonderlijke proces voltrekt zich nu ik dit schrijf.
Zo’n proces van normalisering gaat helaas met strijd gepaard. Sommige mensen willen immers niet van de maatregelen af. Vooral ondernemers worstelden daarmee de afgelopen weken. Het ene deel van de clientèle verwachtte dat maatregelen nog strikt gehanteerd zouden worden. Een ander deel, dat de angst allang voorbij is, ergerde zich juist steeds meer aan de vrijheidsbeperkende regeltjes. Sportschoolhouders en kroegbazen zullen blij zijn dat de regering de knoop heeft doorgehakt.
In ziekenhuizen zijn nog altijd stevige maatregelen van kracht. Zo lopen alle verpleegkundigen en artsen rond met mondneusmaskers en is bezoek beperkt welkom. Het is de vraag hoelang we hier nog mee doorgaan. Vrij ademen is immers best fijn, en als patiënten en collega’s je mimiek kunnen zien heeft dat flink meerwaarde. Communiceren is immers meer dan praten alleen. En is het niet essentieel dat patiënten ‘gewoon’ hun naasten kunnen ontvangen, zonder mondkapje?
Ook hier ligt helaas conflict op de loer. Tal van verpleegkundigen vinden dat mondmaskers op normale verpleegafdelingen inmiddels meer kwaad dan goed doen en dat het tijd is om bezoektijden te normaliseren. Anderen hebben hier juist moeite mee. Het coronagevaar is hun ogen nog lang niet geweken, zeker niet voor kwetsbare patiënten. En dan is er nog een groep die een middenpositie inneemt.
Het is aan ziekenhuisdirecties dit potentiële conflict te managen, en te besluiten welke maatregel wanneer wordt afgeschaft. Maar als verpleegkundige beroepsgroep kunnen we hierin wel leiderschap tonen. Bijvoorbeeld door het thema uit de taboesfeer te trekken en een open gesprek te faciliteren. ‘Vertel collega, hoe sta je erin?’ Wie van de maatregelen af wil is niet per se een wappie. Wie de maatregelen in stand wil houden verdient niet meteen het label angsthaas.
Juist van verpleegkundigen mag een brede blik op gezondheid, ziekte en goede zorg worden verwacht. Juist verpleegkundigen zouden in staat moeten zijn om verder te kijken dan de dreiging van een virus. Een open, respectvol gesprek over zin en onzin van maatregelen onder verpleegkundigen geeft het goede voorbeeld aan de rest van het ziekenhuis, en kan zomaar de eerste stap zijn op weg naar een verantwoorde en breed gedragen exit-strategie. Ik denk oprecht dat bestuurders en artsen heel blij zijn als de verpleegkundige adviesraad hierin het voortouw neemt.
Hugo van der Wedden is columnist van Nursing Nederland.