Palliatief verpleegkundige en Nursing blogger Ellen schrijft haar ervaringen van zich af. Dat levert soms beklijvende woorden op.
Illustratie: Maureen Wattenbergh
Gisteren heb ik je vader gewassen. Je vader in een ziekenhuisbed, die in nog weinig leek op de man die hij ooit is geweest. Hij werd enkele dagen geleden naar de afdeling gebracht en we moesten hem met enkelen ondersteunen, zo broos was zijn lijf geworden. Ik wist zeker dat een zuchtje wind hem onderuit zou halen.
Jij was bij hem en liet zijn hand geen seconde los. Ik zag de onzichtbare navelstreng tussen jullie die nooit werd doorgeknipt, alleen was hij ondertussen het kind geworden dat jij lang geleden was geweest.
Gisteren heb ik je vader gewassen. Je blote vader in dat veel te grote ziekenhuisbed. Ik tilde hem op, trok hem tegen me aan, hielp hem uit en weer in de kleren. Zijn hoofd halfstok tegen zijn ingevallen borst, zijn geslacht als een gesneuvelde soldaat tussen zijn benen. Ik waste het verval van zijn rug, waar hij de verhalen droeg van de man die hij al lang niet meer was.
Ik glimlachte naar hem, maar dat kon hij wellicht niet goed zien achter dat mondmasker. Mijn handen waren koud en ruw van het oneindige wassen en ontsmetten. Maar daar waar ik kon, legde ik zachtheid in mijn gebaren, zelfs al krijg ik de scherpe geur van het ontsmettingsmiddel al een tijdje niet meer weggeschrobd.