Ellen maakte onlangs de switch van administratie naar verpleegkunde. Ze koos heel bewust voor de palliatieve afdeling. En daar heeft ze geen spijt van.
Illustratie: Maureen Wattenbergh
Ze is een flink eind in de 80. Lange, grijze haren heeft ze. Elke dag draagt ze een ander kleedje, dat we samen uitkiezen. Haar ochtendritueel eindigt steevast met haar maquillage die ze nauwgezet aanbrengt, samen met een vleugje Chanel in de hals.
Vandaag namen we de tijd voor een bad en daarna breng ik haar naar de living van de afdeling palliatieve zorgen, waar net een muzikaal intermezzo is gestart.
De dame zit parmantig – een woord dat is uitgevonden voor haar, dat weet ik zeker – in de zetel te luisteren naar het muzikale trio. Ze is de enige daar, de anderen zijn te moe of te ziek om te komen, maar de muziek kruipt overal doorheen. Ze geniet zichtbaar van haar privéconcertje.
Het trio begint aan Edith Piaff. Een jong meisje zingt tot ik er kippenvel van krijg. En dan plots begint ook zij, de dame met haar lange, grijze haren, met een stem die een beetje krast als een grammofoonplaat.
Ze zingen samen: ‘Je ne regrette rien’. Talloze generaties tussen hen worden overbrugd door de muziek, die kruipt zoals een aanraking dat soms doet: onder het vel. Mijn ogen schieten vol. Het raakt, dáár.
Het is een van de momenten waarop ik als toenmalige stagiaire besef dat mijn verdere toekomst als verpleegkundige op een palliatieve eenheid ligt. Waar heftige, triestige, grappige, leuke, lastige, pijnlijke en liefdevolle momenten zijn. Soms allemaal op een dag tijd.
Waar ik heb geleerd en nog steeds ervaar dat de dood geen genade kent en hoe dan ook komt, want ook de dood kruipt overal doorheen en onder het vel. Maar het is ook waar ik merk hoe ongelooflijk mooi breekbaarheid kan zijn.
Nergens anders zijn het leven en de dood nauwer met elkaar verbonden. Het is geen grens waar iemand over gaat. Het is beweging. Zoals een golfslag: van het leven naar de dood.
Het was een maandenlange zoektocht als verpleegkundige om te weten te komen waar ik thuishoor. Hoe kon ik trouw blijven aan mezelf? Het was geen grens waar ik over moest, wel een golfslag tussen wie ik ben, waar ik voor sta en waar ik naartoe wil.
Eindelijk ben ik daar waar ik wil zijn: geland in mezelf. Non, je ne regrette rien.