In deze reeks vertellen verpleegkundigen die buiten de ziekenhuismuren werken over hun job. Elisabeth Steenmans (38) is verpleegkundige in wijkgezondheidscentrum De Central in Kessel-Lo.
Mijn loopbaan als verpleegkundige is begonnen in de operatiezaal. Ik werkte op campus Pellenberg, een satellietziekenhuis van het UZ Leuven. Omdat er geen spoedafdeling is, waren de operaties altijd gepland, en deed ik enkel dagshiften. Het was een comfortabele, boeiende job, maar ik miste iets. In een ziekenhuis als het UZ Leuven ben je een klein pionnetje in een groot radarwerk. Voor een vlotte werking is het belangrijk dat iedereen zijn taken zo goed mogelijk uitvoert. Er was weinig ruimte voor eigen inbreng of engagement buiten die afgelijnde taken, en daar botste ik soms wat tegenaan. Ik merkte dat ik opleefde van onverwachte situaties waarin ik zelf mee kon zoeken naar een oplossing, zoals vertaalproblemen bij een patiënt. Momenten waarop ik méér kon doen dan er van mij verwacht werd.
Interdisciplinaire aanpak
Ik ben gestopt in Pellenberg, en na wat interimjobs ben ik in wijkgezondheidscentrum De Central terecht gekomen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik zelf niet goed wist wat een wijkgezondheidscentrum was. Intussen werk ik hier bijna zeven jaar, en ik vind het keitof. (lacht)
Als wijkgezondheidscentrum bieden we toegankelijke, kwaliteitsvolle eerstelijnszorg aan. We werken daarvoor interdisciplinair samen. In ons team – een twintigtal mensen – zitten niet alleen huisartsen en verpleegkundigen, maar ook kinesitherapeuten, een maatschappelijk werker en een psycholoog. Daarnaast hebben we enkele externe medewerkers die hier wekelijks of tweewekelijks consultatie houden, zoals een vroedvrouw, een diëtist, een bewegingscoach,… Die interdisciplinaire aanpak maakt dat we onze patiënten nog beter kunnen helpen en ondersteunen, en zwaardere casussen over meerdere schouders kunnen verdelen.
Met de fiets op huisbezoek
Ik heb vaste spreekuren in het centrum waarin mensen bij mij terecht kunnen voor wondzorg, bloedafnames of een EKG, maar ook voor vaccinaties, diabetesopvolging, wratjes bevriezen, oren uitspuiten,… Daarnaast spring ik de fiets op voor huisbezoeken. Ook daar zit heel veel afwisseling in mijn takenpakket: van postoperatieve wondzorg tot het helpen wassen en aankleden van ouderen.
Mijn werk is minder technisch dan in het operatiekwartier, maar zeker even uitdagend. Ik heb bijvoorbeeld verschillende patiënten met psychiatrische problemen die ik op vaste momenten zie voor hun medicatie. Vanuit mijn opleiding en mijn vorige job had ik weinig ervaring met de psychiatrie. Dat was dus allemaal nieuw voor mij, maar dat heeft me nooit afgeschrikt, integendeel. Ik vind het een verrijking om met mensen in contact te komen die anders mijn pad niet zouden kruisen.
Aan de rand van de maatschappij
Het idee leeft dat wijkgezondheidscentra zich vooral op kwetsbare groepen richten, maar dat klopt niet. Iedereen die binnen het werkingsgebied woont, is welkom bij ons. Het klopt wél dat we voor kwetsbare groepen heel toegankelijk zijn – iets waar alle wijkgezondheidscentra sterk op inzetten.
We zien veel patiënten en gezinnen die het moeilijk hebben, of aan de rand van de maatschappij staan. Tijdens mijn huisbezoeken zie ik veel armoede en eenzaamheid. Ik kom soms in huizen waar de schimmel op de muren en het plafond staat, of bij mensen die amper bezittingen hebben. Als het kan – en gelukkig lukt dat ook vaak – probeer ik tijdens mijn huisbezoeken tijd te maken om samen even een tas koffie te drinken. Een simpele babbel kan soms zoveel voor iemand betekenen. Ook dat is zorg.
Meer dan een klein schakeltje
In Vlaanderen en Brussel zijn er vandaag een veertigtal wijkgezondheidscentra. Dankzij de horizontale structuur (waarbij medewerkers nauw betrokken zijn bij het beleid en bij beslissingen van het bestuur, nvdr) krijg je als teamlid heel veel vertrouwen en verantwoordelijkheid, wat ik soms miste in de grotere setting van een ziekenhuis. Ik kan me toeleggen op projecten die aansluiten bij mijn eigen interesses en vaardigheden. Zo zit ik in de staf van het centrum en een tijdje geleden ben ik mee in het bestuur gestapt van de Vereniging van Wijkgezondheidscentra, omdat ik die beleidskant ook wel boeiend vind. Ik ben meer dan een klein schakeltje, ik kan ook écht iets veranderen of organiseren. Al zie zaken maken dat ik veel energie haal uit mijn job. De werking van een wijkgezondheidscentrum past gewoon beter bij mijn karakter.
Van filosoof tot verpleegkundige
Het was nooit mijn grote droom om verpleegkundige te worden. Ik heb filosofie gestudeerd, maar ik zag mezelf niet voor de klas staan of verder gaan in de academische wereld, zoals de meesten doen. Mijn vriend – intussen mijn man – werkte toen als verpleegkundige in een ziekenhuis. Door zijn verhalen is mijn interesse in de zorgsector beginnen groeien. Na vier jaar universiteit had ik ook gewoon veel zin om een echte stiel te leren, dus ben ik opnieuw naar school gegaan. Ik heb nog geen moment spijt gehad van mijn keuze. Als verpleegkundige werk je niet alleen met je handen, maar ook met je hoofd én met je hart. Dat vind ik het mooiste aan mijn job.
Wijkgezondheidscentra werken vanuit een gemeenschapsgerichte visie. Solidariteit, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid zijn fundamentele waarden in onze werking. In het opstellen van ons beleidsplan en het nadenken over toekomstige projecten kan ik mijn achtergrond als filosoof nog steeds gebruiken. Ook al was verpleegkunde voor mij geen roeping, ik voel me hier helemaal thuis.
Meer weten over wijkgezondheidscentra?