In deze reeks spreken we verpleegkundigen die buiten de reguliere ziekenhuismuren aan de slag zijn. Dit keer doet Ihor Vitenko (55) zijn verhaal. Hij werkt als wondzorgexpert in het AZ Jan Palfijn in Gent en ging enkele maanden helpen in een militair veldhospitaal in Oekraïne.
‘Toen de eerste raketaanvallen in Oekraïne begonnen, heb ik meteen tegen mijn vrouw gezegd: ik moet daar naartoe. Ik ben geboren in Oekraïne. Mijn ouders wonen daar nog steeds, net als veel vrienden en familie. Het is pijnlijk om te zien wat er vandaag in mijn geboorteland gebeurt, maar ik ben niet alleen gedreven door de liefde voor mijn vaderland. Ook mijn beroep dwingt me om te gaan. Het is mijn plicht om mensen te helpen, van welke nationaliteit ze ook zijn.’
Ambulances vol materiaal
‘Ik was niet bang voor de bombardementen, wél bang om te laat te komen. Van collega’s in Oekraïne hoorde ik dat er een nijpend tekort was aan medisch materiaal om gewonden te verzorgen. In de dagen voor mijn vertrek heb ik samen met een groep vrijwilligers zoveel mogelijk zwachtels, kompressen en andere noodzakelijke basisspullen proberen te verzamelen. In mijn eigen wondzorgpraktijk in Heusden heb ik al mijn reservemateriaal bij elkaar geraapt. In enkele dagen tijd hadden we genoeg materiaal om drie ambulances mee te vullen. Die wagens hadden we dankzij donaties van bedrijven en ziekenhuizen tweedehands kunnen kopen. Met de hulp van een aantal bereidwillige chauffeurs hebben we alles tot in Oekraïne gebracht.’
Snel inlezen
‘Drie maanden ben ik in Oekraïne gebleven. Het grootste deel van de tijd werkte ik in een militair hospitaal in Vinnytsja, een stad op zo’n tweehonderd kilometer van Kiev. Soldaten die gewond geraakt waren aan het front, werden na de eerste verzorging met de trein tot in de stad gebracht. De eerste weken waren chaotisch. Er was te weinig structuur in de verzorging van de patiënten en te weinig personeel. Ik stond zo vaak in het operatiekwartier dat ik ’s nachts amper vier of vijf uur sliep.
Elke ochtend kwamen er tientallen nieuwe gewonden binnen. De verwondingen die ik daar zag, had ik nooit eerder gezien. Patiënten hadden vaak meerdere, grotere wonden veroorzaakt door raketfragmenten. Door de kinetische energie en de trillingen die daaruit voortvloeien, kan zo’n ingeslagen fragment ook op andere plaatsen in het lichaam bloedingen veroorzaken of vetweefsel en spieren beschadigen. Na een paar dagen kon een patiënt met een wonde onder de knie bijvoorbeeld plots een abces krijgen in de lies. Ik heb me in sneltempo moeten inlezen, want ook dat was nieuw voor mij.’
Emotioneel lastig
‘Het was werken onder lastige omstandigheden. We hadden bijvoorbeeld veel te weinig pijnstillers, waardoor we mensen met zware wonden moesten verzorgen onder plaatselijke verdoving. Soms hadden we niet meer dan een verdovende gel. Emotioneel had ik het daar heel moeilijk mee, maar de meeste patiënten smeekten me om door te gaan, ondanks de pijn. Ik herinner me een soldaat die een zwachtel vroeg om in zijn mond te steken, om de pijn letterlijk te verbijten. Over drie weken wilde hij weer bij zijn kameraden aan het front staan. Het patriottisme dat ik daar gezien heb, overtreft alles.’