In deze reeks vertellen verpleegkundigen die buiten de ziekenhuismuren werken over hun job. Sophie Van Grunderbeek (35) is stagecoördinator voor de opleiding verpleegkunde aan hogeschool Thomas More in Mechelen.
“De praktijk en het werkveld zijn de beste leerschool voor toekomstige verpleegkundigen. Ongeveer de helft van de opleiding van onze studenten bestaat uit stages. Ik ben niet alleen verantwoordelijk voor de planning daarvan, maar voor de hele coördinatie. Dat gaat van stageplaatsen zoeken en stagebegeleiders toewijzen tot het kritisch nadenken over onze eigen werking. Leveren we kwalitatieve studenten af aan het werkveld? Bieden we kwalitatieve stageplaatsen aan waar onze studenten leren wat ze moeten leren? Welke stappen kunnen we zetten als dat niet het geval is?
Overzicht en efficiëntie
Ik heb zelf bijna tien jaar als verpleegkundige gewerkt in het AZ Sint-Maarten in Mechelen. Daar ben ik stages beginnen begeleiden van studenten, iets wat me heel erg lag. Het is fijn om deel uit te maken van de reis en groei van de student, om hen te leren hun eigen potentieel te zien en hen te coachen in hun ontwikkeling tot verpleegkundige. Een paar jaar lang heb ik halftijds gewerkt als verpleegkundige, terwijl ik de andere dagen stages en bachelorproeven begeleidde aan de hogeschool. Toen de functie voor stagecoördinator vrijkwam, heb ik het ziekenhuis volledig ingeruild voor het onderwijs.
In deze job komen al mijn interesses en vaardigheden samen. Een helikopterview is belangrijk: je moet zowel naar de grote lijnen kunnen kijken als oog hebben voor details. In het ziekenhuis ben ik een tijdlang verpleegkundig coördinator voor bloedtransfusies en orgaandonatie geweest. Ook in die functie zocht ik voortdurend naar manieren om alle processen nog vlotter te laten verlopen. Die drang naar overzicht en efficiëntie zit in mij, en komt me hier goed van pas. Mijn bureau staat nu buiten de ziekenhuismuren, maar het werkveld is nooit ver weg. Ik heb contact met ziekenhuizen, woonzorgcentra, wijkgezondheidscentra,… Ik krijg de kans om veel te netwerken, en ook dat doe ik graag.
Een complexe puzzel
Als stagecoördinator sta ik tussen het zorgveld, de docenten en de studenten in. Zij hebben allemaal hun eigen agenda, vragen of voorkeuren. Daar proberen we – ik vorm een team met twee collega’s – zoveel mogelijk rekening mee te houden. Ik vergelijk het soms met het oplossen van een sudoku. Het is vaak een complexe puzzel, maar als alles klopt, is dat geweldig.
We hebben ruim zeshonderd studenten, dat betekent zo’n negenhonderd stages per jaar. Ik begeleid zelf ook nog steeds stages, en weet hoe groot de invloed van een stage kan zijn op het traject van een student. Een stageplaats waar je geen ‘klik’ mee hebt, kan heel demotiverend zijn, zeker voor eerstejaarsstudenten. Ik probeer echt voor een goede match te zorgen. De ideale stageplaats past niet alleen bij de sterktes en interesses, maar ook bij de persoonlijkheid van de student. Ook dat is een uitdaging. Als een student zich écht niet goed voelt op een stageplaats, zal ik altijd proberen zoeken naar een oplossing.
Minder afgelijnd
Je hoort mensen wel eens zeggen dat je in het onderwijs veel vakantie hebt, maar daar staat tegenover dat je vaak met deadlines zit. In tegenstelling tot een verpleegkundige in een zorginstelling heb ik de ruimte om mijn werk zelf te plannen, maar dat voordeel is meteen ook een valkuil. Mijn job is minder afgelijnd dan in het ziekenhuis. Daar belde ik buiten mijn diensturen nog wel eens naar een collega om te vragen hoe het met een bepaalde patiënt ging, maar ‘thuis’ en ‘werk’ waren veel meer gescheiden. Ik kan niet zeggen welke job meer of minder zwaar is. Het is gewoon helemaal anders.
Leren van Gen Z
Ik voel me nog steeds meer verpleegkundige dan docent, en ik denk dat dat altijd zo zal blijven. Ik sluit niet uit dat ik ooit nog terug ga naar de zorg, maar momenteel zit ik hier helemaal op mijn plaats. Zorgen doe ik nog steeds, niet meer voor patiënten maar voor onze studenten. Ik wil er mee voor zorgen dat ze omringd zijn door goede mentoren en de beste kansen krijgen om zich te ontplooien als zorgprofessional. Zelf vind ik het ook heel boeiend om een beetje mee in de leefwereld van ‘generatie Z’ te duiken. De manier waarop ze voor zichzelf durven opkomen, verbaast me soms. Dat zou ik op die leeftijd nooit gedurfd hebben. (lacht) Ze kijken soms heel anders naar de dingen dan mensen van mijn generatie, maar dat vind ik net leerrijk.
Bouwen aan de toekomst
In de media hoor je vooral berichten over personeelstekort in de zorg. De positieve kanten van werken in de zorg worden amper belicht. Zeker als bachelor kom je in een heel uitdagende job terecht met veel verantwoordelijkheden en doorgroeimogelijkheden. Ook die boodschap wil ik onze studenten meegeven.
Het geeft voldoening om een nieuwe generatie voor te bereiden op het werkveld. Van onze stagepartners horen we wat het werkveld nodig heeft, en daar proberen we ons curriculum op aan te passen. Anderzijds kunnen wij als hogeschool die noden vanuit het werkveld mee proberen duidelijk te maken aan het beleid, en druk uitoefenen om daar naar te luisteren. Ik kan mee helpen bouwen aan de toekomst van de zorgsector, en dat is een enorme drijfveer.”