In deze reeks vertellen verpleegkundigen die buiten de ziekenhuismuren werken over hun job. Nicky (34) is verpleegkundige in dierenpark ZOO Planckendael.
“Dat je als verpleegkundige ook in een dierentuin terecht kan komen, daar had ik vroeger zelf nooit aan gedacht. Als student koos ik voor sociale verpleegkunde, en wilde ik liefst in een woonzorgcentrum gaan werken. Tot ik in mijn laatste jaar stage mocht lopen in ZOO Antwerpen, op de dienst Preventie, Milieu en Kwaliteit. Daar hoorde ik dat ze een verpleegkundige zochten voor ZOO Planckendael. Of beter: ze hebben me gevraagd of ik voor hen wilde komen werken. Ik stond eigenlijk op het punt om een contract te tekenen bij een woonzorgcentrum, maar wie zegt er nu ‘neen’ als ze je een job aanbieden in ZOO Planckendael?
Fiere mama
Ik ben zelf een dierenliefhebber en vind het fantastisch om elke dag tussen de beestjes te zitten. Als kind kwam ik altijd met mijn ouders naar ZOO Planckendael, en later heb ik altijd zelf een abonnement gehad. Mijn mama is heel fier dat ik hier werk. (lacht) Ik verzorg natuurlijk geen dieren, maar kom wél vaak achter de schermen bij de verzorgers. Ik heb zelfs al eens een kameel de papfles mogen geven. Dat zijn unieke ervaringen.
Zo veel wespensteken; geen tijd om te eten
Mijn hoofdtaak is het verlenen van EHBO aan personeel en bezoekers. Dat gaat van kleine incidenten zoals snijwonden of valpartijen tot reanimaties. Zoals op elke plaats waar veel mensen samen komen, moet je op alles voorbereid zijn. Op drukke dagen lopen er wel vierduizend bezoekers rond in het park. De zomermaanden en schoolvakanties zijn traditioneel de drukste periodes, die ook voor mij veel werk betekenen. Augustus is dan weer de wespenmaand: dan behandel ik soms zoveel wespensteken dat ik amper tijd vind om te eten. Na de zomer ben ik blij dat de rust even terugkeert, maar tegen het einde van de winter verlang ik naar de geur van zonnecrème en het geroezemoes van de bezoekers.
Mijn hulppost is mijn kindje
Ik ben de enige verpleegkundige in ZOO Planckendael, maar ik werk natuurlijk niet elke dag. Als ik er niet ben, nemen collega’s met een attest van nijverheidshelper of jobstudenten – derdejaarsstudenten verpleegkunde of geneeskunde – mijn taak over. Zij weten dat ze me altijd mogen bellen, ook al ben ik thuis. Mijn hulppost is mijn kindje, ik vind het belangrijk om bereikbaar te zijn voor vragen.
Peuter gereanimeerd
Het zwaarste dat ik al meemaakte, was de reanimatie van een peuter met hartfalen. Hij leed aan een zeer zeldzame auto-immuunziekte en was geboren met een lage levensverwachting. Zijn mama was al aan het reanimeren toen ik toekwam. Dat was heel heftig. Het kindje heeft het gered, maar ik weet niet of het vandaag nog steeds leeft. De moeder was zo overstuur dat ik geen contactgegevens gevraagd heb, zoals ik meestal doe. Wanneer een bezoeker naar het ziekenhuis gebracht moet worden, bel ik de volgende dag altijd even om te horen hoe het gaat. Mensen waarderen dat, en zelf vind ik dat ook belangrijk om een interventie te kunnen afsluiten.
Vertrouwensband met de verzorgers
Eén van mijn eerste interventies waar een dierenverzorger bij betrokken was, was meteen pittig: hij had een trap van een bongo (soort antilope) gekregen. De afdruk van de hoef stond naast zijn ruggenwervel. Gelukkig zijn dat uitzonderingen. Dat ik zelf van dieren houd, helpt om een vertrouwensband op te bouwen met de verzorgers. De dieren zijn alles voor hen, en ik begrijp dat. Ik weet dat ze niet graag hun beestjes achterlaten, dus zal ik er alles aan doen om hen niet naar spoed te sturen na een incident, maar soms kan het niet anders. Intussen weten ze: als Nicky zegt dat je naar spoed moet, dan is het écht nodig. (lacht)
Kleine familie, iedereen helpt elkaar
Niet elke dag is even spannend. Soms zijn er weinig bezoekers en heb ik weinig te doen. Op kalme momenten ga ik mijn collega’s helpen in de bezoekersshop. Ik doe dat graag, maar het wordt ook van mij verwacht. KMDA (Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen, de beheerder van ZOO Planckendael en ZOO Antwerpen, nvdr) hecht veel belang aan teamwork. We zijn een kleine familie waar iedereen elkaar helpt. Op drukke dagen staat zelfs onze baas mee vuilnisbakken leeg te maken. Ik sta nooit alleen in de shop – ik moet altijd weg kunnen als ik opgeroepen wordt – maar als ik tijd heb, help ik waar ik kan. Ik kan toch niet goed stilzitten. (lacht)
Enorm dankbaar
Of ik geen spijt heb dat ik niet voor het woonzorgcentrum heb gekozen? Ik werk hier nu zeven jaar, en ik zie mezelf hier nog heel lang blijven. Soms mis ik mijn witte verpleegsteruniform wel, of het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen zoals bloed afnemen of een infuus prikken. Maar je kan niet alles hebben in het leven. (lacht) Het mooiste aan mijn job hier is dat ik echt iets kan betekenen voor mensen, en bovendien met een geweldig team mag samenwerken. Daarvoor ben ik nog elke dag enorm dankbaar.”