Illustratie: Maureen Wattenbergh
Het is 21u30 en mijn avondronde zit er bijna op. Op de valreep krijg ik van de zorgcentrale nog een oproep. Of ik eens kan langsgaan bij een patiënt met een stoma-lek.
Ik denk dat ik weet wie het is, en voel even paniek. Ik werd hiervoor al eens eerder opgeroepen. En die eerste keer verliep dat bijzonder stroef.
Toen de patiënt mij zag, begon hij dusdanig te jammeren en panikeren dat het de zorg belemmerde. Het zweet stond me nadien op de rug.
Ik denk na hoe ik het deze keer ga aanpakken. Ik reflecteer ook even bij de urostoma zelf en wat het met meneer allemaal moet doen.
Wanneer ik binnenkom, lijkt het terug dezelfde weg op te gaan. De patiënt is volledig overstuur. Hij blijft jammeren en zijn beklag doen, terwijl ik rustig mijn schort aan doe, mijn tablet en gsm opzij leg en me naar de stoel begeef die naast het bed staat.
Ik zeg, met mijn meest zelfverzekerde stem (hoewel ik dat absoluut niet ben): ‘Meneer, we gaan het samen doen, en dan gaat ons dat lukken. Maar dan moet je wel eerst ophouden met jammeren.’
Ik schrik van mezelf. Heb ik dit nu net durven zeggen? Heb ik me niet te fel opgesteld? Maar het werkt wel. Hij wordt kalmer. Als we bijna klaar zijn, vraag ik hem hoe het komt dat er én nog een sonde in moet én dat nadien de rand langs alle kanten dubbel en dik (lees: met mefix en nadien opsite rondom rond) beplakt moet worden. Want eerlijk: dit is een heus kunstwerk. Precisiewerk dat snelheid en behendigheid vraagt. Als je de sonde niet snel genoeg inbrengt, niet meteen of bijna gelijktijdig de bruine pasta aanbrengt, de huidplak ertegenaan plakt en het stomazakje aanklikt, dan kan je volledig herbeginnen. ‘Dat is het gevolg van een medische fout, madammeke’, antwoordt mijn patiënt. Nu begrijp ik natuurlijk waarom hij zo overstuur was. Tijdens de operatie is blijkbaar een en ander verkeerd gelopen, waardoor er nu blijvend urine lekt. Ik realiseer me hoe stresserend dit moet zijn voor meneer, telkens opnieuw die confrontatie. Nu ik weet waar zijn onrust vandaan komt, ben ik zelf volledig kalm geworden. En volgende keer zal ik dat ook zijn.